De Goelag
Werkkampen
De werkkampen werden beheerd door een speciale dienst van het NKVD, het beruchte Главное Управление Исправительно-Трудовых Лагерей и колоний [Glavnoje Oepravlenje Ispravitelno-Troedovich Lagerej i koloni] of Hoofddirectoraat voor Correctieve Werkkampen en -koloniën die opgericht werd in 1929 en ook in het westen bekend geraakte onder de Russische afkorting ГУЛАГ of Goelag. Naar schatting verbleven er in de Sovjetperiode ongeveer 18 miljoen mensen in de Goelag.
De Goelag kende verschillende types van gevangenen. De werkkampen fungeerden als de motor van het Sovjet strafsysteem: dieven, overvallers, verkrachters en moordenaars zaten hun straf niet uit in een gevangenis, maar in een Goelag-werkkamp.
Daarnaast werd de Goelag ook bevolkt door politieke gevangenen, een begrip dat niet steeds overeenstemde met tegenstanders van het Sovjet regime. Ook veel onschuldigen vielen ten prooi aan de paranoïde acties van de geheime politie. Veel gevangenen waren het slachtoffer van willekeurige campagnes waarbij vaak de meest onbenullige overtredingen aanleiding konden geven tot onbehoorlijk strenge straffen.
Om een idee te krijgen van de rechtsonzekerheid die dat teweeg brengt moet u zich maar eens inbeelden wat u zou overkomen indien één van de volgende dingen u overkwam. Iemand die drie keer te laat op zijn werk arriveerde naar de Goelag gezonden worden voor drie jaar. Veel mensen werden voor 25 jaar naar de Goelag verbannen omdat ze een onschuldig grapje hadden verteld over een functionaris van de communistische partij, en voor een kleine diefstal kon je tot 10 jaar in de Goelag belanden.
Maria Tsjebotareva
Om haar hongerige kinderen te kunnen voeden in de hongersnood van 1932-1933, stal de boerin Maria Tsjebotareva zogezegd drie pond graan van haar eigen veld, dat door de staat was geconfisqueerd in het kader van het collectioveringsprogramma. De Sovjetautoriteiten veroordeelden haar tot tien jaar in de Goelag. Toen haar straf was uitgezeten in 1943, werd ze arbitrair verlengd tot het einde van de oorlog in 1945. Toen ze dan toch vrijkwam, werd van haar geëist dat ze als banneling in de buurt van haar Goelagkamp ten noorden van de poolcirkel zou blijven, en ze kon pas in 1956, na de dood van Stalin, weer naar huis. Maria Tsjebotareva heeft na haar vrijlating haar kinderen nooit meer teruggevonden.
Maria Tsjebotareva
Ivan Boerylov
Om een schijn van democratie op te houden werden in de Sovjetunie ook wel verkiezingen gehouden, maar per stembureau kwam er maar één kandidaat voor op de stembiljetten,uiteraard een lid van de communistische partij,. De vrees voor de gevolgen zorgde ervoor dat haast elke Sovjetburger ging stemmen om de ceremonie te respecteren.
In 1949 protesteerde de bijenkweker Ivan Boerylov tegen dit absurde ritueel door op zijn zogenaamd geheime stembiljet het woord «komedie» te schrijven. De Sovjetautoriteiten linkten het biljet aan Boerylov en stuurden hem voor acht jaar naar het werkkamp voor deze «misdaad».
Ivan Boerylov
De Goelag economie
Het wijdverbreide systeem van het werk in de Goelags leverde een niet te onderschatten bijdrage aan de Sovjeteconomie en de ontwikkeling van afgelegen gebieden. De eerste wetten in verband met de werkkampen vermeldden de expliciete doelstellingen om onder meer Siberië te koloniseren. Mijnbouw en de aanleg van wegen, spoorwegen, kanalen, dammen en fabrieken in de werkkampen waren een vast onderdeel van de planeconomie in de Sovjetunie, en het NKVD had in dat plan zijn eigen productiedoelstellingen.
Een bijzonder aspect van de realisaties van het NKVD was zeker de rol die de dienst speelde in de vooruitgang van de wetenschappen en de ontwikkeling van wapensystemen. Veel onderzoekers en ingenieurs die waren gearresteerd en vervolgens veroordeeld voor politieke misdrijven werden ondergebracht in een gepriviligieerde gevangenis, een шарашка [sjarasjka]. Een sjarasjka was veel comfortabeler dan een ander kamp van de de Goelag. De wetenschappers werden er verplicht om hun specialiteit daar verder te ontwikkelen en sommigen werden wereldleiders in hun vak. Eén van hen was bijvoorbeeld Sergej Pavlovitsj Korolov (1907-1966), de hoofdontwerper van het Sovjet ruimteprogramma en van de eerste bemande ruimtevlucht in 1961. Een andere bekende uit de sjarasjka's was Andrej Nikolajevitsj Toepolev (1988-1972), de vermaarde ontwerper van vliegtuigen.
Na de Tweede Wereldoorlog coördineerde het NKVD het werk in de nucleaire wapenwedloop, onder leiding van generaal Pavel Anatolevitsj Soedoplatov (1907-1996). Maar de wetenschappers van dat specifieke programma waren geen gevangenen, hoewel hun werk wel gecoördineerd werd door het NKVD. Dat was omdat geheimhouding een belangrijke opdracht was. En geheimhouding, daar was het NKVD in gespecialiseerd.