Propaganda in de Russische Federatie
Propaganda in de tijd van Poetin
Onder het regime van president Vladimir Vladimirovitsj Poetin (°1952) floreren de propaganda en de censuur in Rusland opnieuw volop. De principes zijn dezelfde als in de Stalinperiode, maar de gebruikte methodes zijn aangepast aan de moderne tijden. Zo zijn vrijwel alle Russische media in handen van het Kremlin en zijn ze vaak niet meer dan doorgeefluiken van een door het Kremlin opgestelde berichtgeving, waardoor veel Russen niet eens weten wat er werkelijk gaande is in de wereld. De motivering doet denken aan de propaganda zoals ze floreerde in de tijd van Michail Boelgakov: het monopolie op informatievoorziening is in handen van het Kremlin omdat het een zogenaamde «maximale informatieveiligheid» wil garanderen.
Vrijwel de enige onafhankelijke krant in Rusland is Новая Газета [Novaja Gazeta] of De Nieuwe Gazet, waarvoor onder meer de vermoorde journaliste Anna Stepanovna Politkovskaja (1958-2006) werkte. Voormalig president Michail Sergejevitsj Gorbatsjov (°1931) heeft nog geholpen bij de oprichting ervan met het geld dat hij had gekregen voor zijn Nobelprijs voor de Vrede.
Ook het Engelstalige dagblad The Moscow Times, dat gratis wordt verspreid in Moskou, en dat eigendom is van het Finse mediabedrijf Sanoma, is volledig onafhankelijk van het Kremlin, maar het bereikt vrijwel uitsluitend Engelstalige expats en toeristen.
Andere bekende vrije media waren het radiostation Эхо Москвы [Echo Moskvy] of De Echo van Moskou en het TV-station Телеканал Дождь [Telekanal Dozjd] of Telekanaal Regen. Hun verhaal eindigde echter op 3 maart 2022.
Leugens over de oorlog
Vlak nadat het Russische leger Oekraïne was binnengedrongen op 24 februari 2022 eiste Roskomnadzor, de Federale Dienst voor Toezicht van Communicatie, Informatietechnologie en Massamedia die in wezen de censuur op het internet organiseert, dat een reeks onafhankelijke mediakanalen inhoud zouden verwijderen waarin zij de Russische oorlog in Oekraïne als een «oorlog», «aanval» of «invasie» beschreven. Het ging onder meer om de bovenvermelde Novaja Gazeta en Telekanal Dozjd. De Russische regering stelde de oorlog immers voor als een «speciale militaire operatie», die beperkt bleef tot de oostelijke Oekraïense Donbas-regio. De bombardementen op burgerlijke doelen in Kyiv, Charkiv, Cherson, Marioepol en andere grote steden werden in de door de staat gecontroleerde media niet eens vermeld.
Op 1 maart 2022 vroeg het kantoor van de Russische procureur-generaal aan internet-waakhond Roskomnadzor om de uitzendingen van De Echo van Moskou en Telekanal Dozjd te beperken vanwege hun berichtgeving over de invasie van Oekraïne, bewerend dat ze «opzettelijk valse informatie verspreidden over de acties van het Russisch militair personeel», en ook informatie gaven die «opriep tot extremistische activiteiten en geweld».
Later die dag werd De Echo van Moskou voor het eerst sinds 1991 uit de lucht gehaald. Op 3 maart 2022 besloot de raad van bestuur om het station te sluiten. Diezelfde dag liet ook Telekanal Dozjd weten dat het de operaties tijdelijk opschortte en tegen het einde van de laatste uitzending verliet de bemanning de set terwijl uit protes de muziek weerklonk van Het zwanenmeer van Pjotr Iljitsj Tsjaikovski (1840-1893. Dat laatste was een verwijzing naar de staatsgreep van augustus 1991, toen de radio- en televisiezenders het nieuws niet konden melden en in plaats daarvan beelden van het ballet uitzonden.
NTV
Wellicht één van de de eerste belangrijke mijlpalen in het controleren van de Russische media onder Poetin was de raid van het Kremlin op het TV-station NTV. Deze zender was opgericht door Vladimir Aleksandrovitsj Goesinsky (°1952) in 1993, na het uiteenvallen van de Sovjetunie, en trok van bij het begin de beste en meest spraakmakende journalisten aan. De zender introduceerde hoge professionele normen in de Russische televisie en bracht scherpe analyses van de actualiteit. Hij werd daarmee toonaangevend voor de berichtgeving in de nieuw gecreëerde Russische Federatie. Geheel in de traditie van een vrije pers was het station ook kritisch ten aanzien van Vladimir Poetin, die vaak werd opgevoerd in de wekelijkse satirische poppenshow Куклы [Koekli] of Poppen.
Poetin, Jeltsin en Gorbatskov in Koekli
Aanvankelijk werd deze kritische benadering getolereerd, maar na een aflevering van Koekli in februari 2000 deed Ljoedmila Aleksejevna Verbitskaja (1936-2019), de rector van de Staatsuniversiteit van Sint-Petersburg, een oproep om de makers van de show te vervolgen. Op 11 mei 2000 werden de kantoren van NTV bestormd door de fiscale autoriteiten, vergezeld van medewerkers van de geheime politie FSB. Zoals ook met andere critici van het regime gebeurde, werd Goesinski opgepakt en beschuldigd van fraude. Een jaar later, op 14 april 2001, werd NTV onder dwang eigendom van het staatsenergiebedrijf Gazprom, nadat eerst nog Michail Borisovitsj Chodorkovski (°1963) tevergeefs geprobeerd had het station onafhankelijk te houden met het aanbod om er 200 miljoen in te investeren. De overname door Gazprom betekende meteen het einde van de onafhankelijke berichtgeving. NTV werd één van de spreekbuizen van het Kremlin en Algemeen directeur Vladimir Michailovitsj Koelistikov (°1952) begon systematisch elke kritische berichtgeving over het Kremlin te weren.
Feiten en verzinsels van de vrijdagvergaderingen
Sinds de overname door Gazprom neemt NTV deel aan de zogenaamde Vrijdagvergaderingen. Dat zijn wekelijkse formele bijeenkomsten met de pers in het Kremlin, geleid door Vladislav Joerjevitsj Soerkov (°1964), waarop de pers te horen krijgt wat er mag gepubliceerd worden en hoe het moet worden «omkaderd».
.
Vladislav Joerjevitsj Soerkov
Enkele frappante voorbeelden van georchestreerde berichtgeving in de Russische media speelden zich af in verband met de oorlog in Oekraïne. Toen, op 17 juli 2014, het vliegtuig van Malaysia Airlines met vluchtnummer MH17 neergestort was bij het Oost-Oekraïense dorp Hrabove in de oblast Donetsk, werd er in de Russische kranten aanvankelijk met geen woord over deze tragedie gerept. Nadien, toen het niet langer kon genegeerd worden, werd de schuld voor de crash bij de Oekraïense overheid gelegd. Het verst ging de TV-zender Russia Today (RT), die een Spanjaard citeerde die bij de luchtverkeersleiding in Kyiv zou werken. Hij zou persoonlijk gezien hebben dat het toestel door een Oekraïens gevechtsvliegtuig was neergehaald. Uit vrees voor de Oekraïense geheime dienst zou hij naar Spanje zijn gevlucht. De tweets met zijn «onthullingen» bleken echter uit Londen te komen.
Russische soldaten sneuvelen in Oekraïne
Wat de oorlog zelf betreft ontkende het Kremlin, en dus ook de Russische pers, dat er reeds sinds 2014 Russische soldaten in Oekraïne vochten. Nochtans was voor sommige Russen deze oorlog heel dichtbij, want er sneuvelden wel degelijk elke dag Russische militairen in dit «niet-bestaande» conflict. Hun lichamen werden als Груз 200 [Groez 200] of Lading 200 in vrachtauto’s terug naar Rusland gevoerd. Lading 200 is een term die elke Rus kent, want het is de code die vroeger ook reeds algemeen werd gebruikt voor het terugbezorgen van dode lichamen van op het slagveld. De lichamen van de teruggebrachte soldaten werden heimelijk begraven en de families mochten er niet over communiceren. Journalisten die dierven berichten over Lading 200 werden bedreigd en in elkaar geslagen.
Een Groez 200 konvooi op weg naar Rusland
De Russische burgerbeweging Открытая Россия [Otkrytaja Rossija] of Open Rusland, opgericht door Michail Chodorkovski, publiceerde een gedetailleerde lijst van Russische soldaten die in Oekraïne sneuvelden. Op 27 februari 2022 inspireerde de Oekraïense overheid zich hierop om de de Russisch-talige website РФ 200 (ищи своих) [RF 200 (isjtsji svoich)] of RF 200 (zoek de uwen) te lanceren, om de Russische bevolking de kans te geven zich te informeren over gesneuvelde of gewonde landgenoten. Vóór u op onderstaande link klikt, wil ik u wel waarschuwen dat sommige beelden niet geschikt zijn voor gevoelige kijkers..
Oppositieleider Boris Jefimovitsj Nemtsov (1959-2015) werd op vrijdag 27 februari 2015 in het centrum van Moskou neergeschoten kort nadat hij had bekendgemaakt dat hij een uitvoerig rapport over de Russische betrokkenheid in Oekraïne zou publiceren onder de titel Путин. Война. [Poetin. Vojna] of Poetin. Oorlog. Na de dood van Nemtsov hebben enkele van zijn collega's het rapport verder afgewerkt en via het internet verspreid.
Op 28 mei 2015 ging Vladimir Poetin nog een stap verder in het misleiden door te verordenen dat de dood of de verwondingen van Russische soldaten in «speciale operaties» kunnen worden beschouwd als militaire geheimen, zelfs in vredestijd. Daarmee kreeg hij een wettelijke basis om journalisten en mensenrechtenactivisten die informatie over de gesneuvelde soldaten verzamelen en publiceren te arresteren.
Op persoonlijk vlak maakte het decreet het bovendien moeilijk voor verwanten om feiten over doden of gewonde soldaten te verzamelen. De weigering van Rusland om te erkennen dat Russische soldaten betrokken waren in de gevechten betekent ook dat de gewonden geen recht hadden op uitkeringen voor invaliditeit, en dat familieleden van gesneuvelden geen vergoeding konden krijgen.
Dmitri Sergejevitsj Peskov (°1967), (°1967), de perschef van Poetin, zei dat het decreet niets te maken had met Oekraïne. Volgens hem was het gewoon «een routine verbetering van de wetgeving op het gebied van staatsgeheimen».
Volgens de Britse Minister van Defensie Ben Wallace heeft Rusland voor het probleem van de Lading 200 een «oplossing» bedacht. Het land zou mobiele crematoria gebruiken die de troepen in oorlogstijd kunnen volgen en dode soldaten kunnen doen «verdampen». Het Britse ministerie van Defensie heeft een video vrijgegeven van de vrachtwagens die lichamen kunnen verbranden en maakte op 23 februari 2022 bekend dat het Kremlin ze zou kunnen inzetten bij de invasie van Oekraïne om het aantal slachtoffers te verbergen.
In de Russische nieuwsmedia wordt steeds voorgehouden dat de oorlog in Oekraïne geen oorlog is, maar een beperkte militaire operatie, waarbij alleen militaire doelwitten worden geviseerd. Ondertussen worden scholen, ziekenhuizen en flatgebouwen platgebombardeerd. Toen het Russische leger de stad Marioepol omsingelde waardoor niemand nog weg kon, beloofde het Kremlin om «corridors» toe te staan in de omsingelde steden waardoor de burgers de stad zouden kunnen verlaten. Ondanks deze belofte werd er op 6 maart 2022 toch met mortiervuur op vluchtende burgers geschoten. In Irpin werden een moeder met twee kinderen en een vriend van de familie neergeschoten voor het oog van de camera's van een team van de New York Times.
De slachtoffers in Irpin
Op 7 maart 2022 zag het er toch naar uit dat er corridors zouden komen. Er school wel een addertje onder het gras: de corridors zouden alleen een vlucht in de richting van Rusland en Wit-Rusland mogelijk maken. Inwoners van Kyiv konden naar Domel in Wit-Rusland, inwoners van Soemi en Charkiv konden naar Belgorod in Rusland, en inwoners van Marioepol konden naar Rostov-on-Don, ook in Rusland. Op die manier wilde Poetin in de communicatie bestemd voor het Russische volk kunnen zeggen dat de Oekraïeners hun «nazistisch regime» ontvluchtten om veiligheid te zoeken in Rusland en Wit-Rusland. Jammer voor hem wilde niemand zijn heil zoeken in vijandelijk gebied.
Op 4 maart 2022 keurde de Doema een wet goed die straffen invoert voor het «verspreiden van nepnieuws over de Russische strijdkrachten en de militaire operatie in Oekraïne», het «afleggen van verklaringen die de strijdkrachten in diskrediet brengen» en het «oproepen tot sancties tegen Rusland». Wie zijn positie gebruikt om «nepinformatie of vervalst bewijsmateriaal te verspreiden», kan een gevangenisstraf van 5 tot 15 jaar krijgen.
Versie nummer 6
In april 2000 was de Russische krant Kommersant nog een min of meer onafhankelijk medium. In die periode kreeg Veronika Josifina Koetsyllo (°1967), het hoofd van de politieke redactie van de weekendbijlage Vlast, een document in handen dat de titel droeg van Structuur van de presidentiële administratie in de Russische Federatie, en dat later bekend zou worden als Редакция N 6 [Redaktsija nr. 6] of Versie nummer 6, verwijzend naar Zaal nummer 6, een bekend verhaal uit 1892 van Anton Pavlovitsj Tsjechov (1860-1904) over een krankzinnigengesticht waar een geconstrueerde werkelijkheid botst met het echte leven. Het document bleek een strategische nota te zijn die in het Kremlin circuleerde over, onder meer, de omgang met de pers. Gleb Olegovitsj Pavlovski (°1951), een adviseur van de administratie van Vladimir Poetin in die tijd, herinnerde zich niet meer wie precies de nota geschreven heeft, maar bevestigde wel het bestaan ervan. De nota bepaalde dat het Kremlin twee sporen moest volgen: een open beleid en een geheim beleid. Er werd beschreven hoe leiders zich naar buiten moeten houden aan «een strikt liberale, gezagsgetrouwe en constitutionele aanpak», maar dat hun beleid ook een geheime component moet bevatten die moet worden gebruikt «om de macht te behouden en te consolideren».
Gleb Olegovitsj Pavlovski
Concreet beschreef het document dat het Kremlin de activiteiten van de media op federaal, regionaal en lokaal niveau moest beïnvloeden door «het verzamelen en gebruiken van informatie over de commerciële en politieke activiteit van alle media, personeel en management, financieringsbronnen, financiële, economische, materiële en technische middelen». Verder moest informatie worden verzameld over de «commerciële en politieke activiteiten van professionele journalisten, hun bronnen van financiering, hun plaats van tewerkstelling, etc.» Volgens de auteurs moet de verkregen informatie «terug in de samenleving gegooid worden», maar «in het juiste licht». Verder suggereerden de auteurs om «compromitterende informatie te verzamelen over de oppositie en de media die er mee sympathiseren», en om ze «in financiële moeilijkheden te brengen door het intrekken van hun licenties en hun certificaten en door het creëren van voorwaarden waaronder hun activiteiten niet kunnen doorgaan». NTV verloor zijn onafhankelijkheid in de periode dat deze nota werd opgesteld.
Alles onder controle
Naast het controleren van de nieuwsverspreiding is het Kremlin ook volop bezig geweest met het instellen van verbiedende regels voor de informatie die door derden verzorgd wordt. Zo worden onder meer het sociale netwerk Facebook, de zoekmachine Google en het berichtennetwerk Twitter onder vuur genomen. Volgens Maksim Ksenzov, plaatsvervangend hoofd van Roskomnadzor, de Federale Dienst voor Toezicht van Communicatie, Informatietechnologie en Massamedia, moeten deze sites beschouwd worden als «aanbieders van nieuws», en moeten ze zich dus als zodanig registreren bij de overheid. «Deze platformen zijn gevaarlijk voor het volk», zo wordt gezegd, want «via dergelijke bronnen kunnen de Russen zich een verkeerd wereldbeeld vormen». De registratieplicht geldt voor alle blogs die meer dan 3000 bezoekers per dag krijgen. Zij moeten zich bij Roskomnadzor bekendmaken als massamedium, met dezelfde plichten als kranten en TV-stations, maar ze krijgen geen journalistieke rechten.
Door het ontbreken van deze rechten kan Roskomnadzor onder meer de blogs blokkeren van Garry Kimovitsj Kasparov (°1963), voormalig wereldkampioen schaken, en van Aleksej Anatoljevitsj Navalny (1976-2024), een bekende dissident die vaak voorbeelden geeft over corruptie in Rusland. Hij verzamelt en publiceert informatie over de vele bewezen knoeierijen die uitgevoerd worden door de leden van Poetins partij Verenigd Rusland, maar zijn blogs zijn vaker niet dan wel zichtbaar voor het Russische publiek.
Niet alleen schrijvers van blogs worden gecontroleerd. Ook lezers worden steeds meer in de gaten gehouden. Sinds de zomer van 2014 is het op sommige openbare ruimtes bijvoorbeeld niet meer mogelijk om anoniem wifi te gebruiken. Wie op het internet wil, moet er zijn identiteitsgegevens invoeren, waardoor zijn internetgebruik kan gevolgd worden.
In november 2017 heeft de Russische Doema een aantal amendementen goedgekeurd op de wetten «Over informatie» en «Over de media», waardoor Roskomnadzor buitengerechtelijk, op eenvoudig verzoek van het parket, de informatie kan beperken die wordt verstrekt door buitenlandse niet-gouvernementele organisaties die als «onwenselijk» worden beschouwd, of door buitenlandse media die in Rusland als «buitenlandse agenten» worden bestempeld.
Twee weken later, op 11 december 2017, blokkeerde Roskomnadzor op verzoek van de procureur-generaal verschillende online bronnen, onder vermelding van artikel 15.3 van federale wet nr. 149-FZ.
De lijst met geblokkeerde websites omvat openrussia.org (Open Rusland), openuni.io (Open Universiteit), or.team (Open Russia Team), pravo.openrussia.org (het project Mensenrechten van Open Rusland), imrussia.org (Instituut voor een Modern Rusland), khodorkovsky.ru (de persoonlijke website van Michail Chodorkovski) en vmestoputina.ru (Alternatieven voor Vladimir Poetin). Buiten Rusland zijn de websites nog steeds toegankelijk.
Dit betekent dat, voor mensen die in de Russische Federatie wonen, artikel 19 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, waarin staat dat «een ieder heeft het recht […] om zonder inmenging en door alle middelen en ongeacht grenzen, inlichtingen en denkbeelden op te sporen, te ontvangen en door te geven» niet langer van toepassing is.
Op 4 maart 2022 keurde de Russische Doema unaniem een nieuwe wet goed op «het verspreiden van nepnieuws» over de Russische strijdkrachten en de militaire operatie in Oekraïne, «verklaringen die de strijdkrachten in diskrediet brengen» en «oproepen tot sancties tegen Rusland». Wie zich eraan bezondigt riskeert een straf tot 15 jaar cel. De wet geldt met terugwerkende kracht en ook voor buitenlanders. In theorie kan ondergetekende dus ook opgepakt worden.
«Russificatie van de media»
In oktober 2014 ondertekende president Poetin een wet die bepaalde dat buitenlandse bedrijven een belang van hoogstens 20 % mogen hebben in Russische mediabedrijven. De wet wordt van kracht op 1 januari 2016. De belangrijkste verantwoording was, opnieuw, «de wens om aan de Russen een maximale informatieveiligheid te bieden». «Wanneer buitenlanders de massamedia van een land bezitten krijgen ze toegang tot de hoofden van mensen en kunnen ze de publieke opinie vormen», zei Vladimir Volfovitsj Zjirinovski (°1946), geboren als Vladimir Eidelstein en leider van de LDPR of Liberaal-democratische Partij. Deze partij werd in 1989 nog door de KGB opgericht. En hij vervolgde: «We moeten een duidelijke lijn trekken: willen die buitenlanders gewoon zaken doen of willen ze hun mening opdringen en de situatie in het land veranderen?»
Vladimir Volfovitsj Zjirinovski (Eidelstein)
Het voorlopige sluitstuk in de uitbouw van de propagandamachine van het hedendaagse Rusland was de oprichting van een nieuwsagentschap dat Spoetnik werd gedoopt. In december 2013 vaardigde president Vladimir Poetin een decreet uit om het Russische nieuwsagentschap РИА Новости [RIA Novosti] samen met het door de staat gerunde radiostation Голос России [Golos Rossi] of De stem van Rusland te liquideren en ze samen te voegen in Спутник [Spoetnik]. RIA Novosti controleert onder meer de eerder vermelde zender Russia Today (RT), die over de hele wereld nieuws uit Rusland verspreid in het Engels, Duits, Frans, Arabisch en Spaans. RT baarde onder meer opzien door op 17 april 2012 onder de naam World Tomorrow een praatprogramma te starten dat gepresenteerd werd door Julian Assange (°1971), de oprichter van Wikileaks. De eerste praatgast was Hassan Nasrallah (°1960), de leider van de Libanese terroristenorganisatie Hezbollah.
In het verlengde van deze mediaconcentratie werd in 2014 de zoekmachine Spoetnik gelanceerd. Die functioneert niet alleen als een klassieke zoekmachine, maar ook als een internetportaal. De interface is intuïtief en toont alleen het «juiste» nieuws. Ze is ingesteld om het «ware beeld» van de zaken te laten zien.
Het beeld van Rusland in het buitenland
In the preparation of the G8 which Vladimir Putin was organising in 2006 in Saint Petersburg, he started working with the American public relations agency Ketchum, a division of the marketing giant Omnicom. Led by the Director of Corporate and Public Affairs Kathy Jeavons, Ketchum tries to polish the image of Russia abroad. For example, she managed to get Vladimir Putin shown as Person of the Year on the cover of Time in 2007, and to publish a remarkable opinion piece, A Plea for Caution From Russia in The New York Times on September 11, 2013. It was written by Vladimir Putin who could, with this contribution, address directly the American people to clarify his stance on the conflict in Syria.
In de aanloop naar de G8 die Vladimir Poetin in 2006 organiseerde in Sint-Petersburg nam hij het Amerikaanse public relations bureau Ketchum onder de arm, een divisie van de marketing gigant Omnicom. Onder leiding van Director Corporate and Public Affairs Kathy Jeavons probeerde Ketchum het imago van Rusland in het buitenland op te poetsen. Ze slaagden er bijvoorbeeld in om Vladimir Poetin in 2007 als Person of the Year op de cover van het bekende weekblad Time te krijgen, en om in The New York Times van 11 september 2013 een opmerkelijk opiniestuk, A Plea for Caution From Russia te publiceren. Het was van de hand van Vladimir Poetin zelf, die zich met deze bijdrage rechtstreeks tot de Amerikanen richtte om zijn houding in het conflict in Syrië toe te lichten en om de Amerikanen te waarschuwen om niet tussen te komen in het conflict in Syrië.
Poetin op de cover van Time
Tussen 2006 en 2014 verdiende Ketchum 29,5 miljoen dollar aan Rusland en nog eens 32 miljoen dollar aan het staatsbedrijf Gazprom. Dat laatste contract werd in 2014 stopgezet. Ketchum verzorgde ook de website ModernRussia.com, later omgedoopt tot ThinkRussia.com. Wie zich baseert op deze website om op de hoogte te blijven van de Russische actualiteit, krijgt een zeer vredevol ideaalbeeld te zien. In maart 2014, bijvoorbeeld, was de headline van deze website niet de annexatie van de Krim of de ontplooiing van Russische troepen aan de Oekraïense grens, maar wel de opening van een Russisch pannenkoekenhuis in New York.
Kathy Jeavons
Op 12 maart 2015 kondigde Ketchum aan dat ze niet meer opgewassen waren tegen «informatieoorlog» van westerse media tegen Rusland, en dat ze dus hun contract met de Russische overheid zouden stopzetten. De activiteiten zouden worden verdergezet door hun Europese partner GPlus, een bedrijf dat opereert vanuit Brussel, België. GPlus nam ook het beheer van ThinkRussia.com over, zoals te lezen valt op de landing page van de website: hij bevat «Materials disseminated by gplus europe on behalf of the Russian Federation».
Het Kremlin werkt echter niet alleen met professionals. Net zoals in de Stalinperiode worden gewone burgers ingezet en betaald om de doelen van het regime te ondersteunen. Zo worden steeds meer zogenaamde trollen ingezet. Dat zijn mensen die, in opdracht van de Russische staat, op Facebook, Twitter, diverse nieuwssites en andere plekken op het internet positieve commentaren over het werk van Vladimir Poetin en de Russische overheid achterlaten. Dat gebeurt op Russische sites, maar ook op internationale adressen om de Engelstalige publieke opinie te beïnvloeden.
De trollen werken voor het bedrijf Агентство интернет Исследований [Agentsvo internet Issledovani] of Internet Onderzoeksagentschap, dat aanvankelijk opereerde vanuit een gebouw in de Primorskoje Sjosse nr. 131 in Olgino, Sint-Petersburg, waar ze hun bijnaam van Olgino-trollen aan ontleenden. Sedertdien is het agentschap reeds een paar keer van adres veranderd. U kan méér lezen over het werk van de trollen door op onderstaande link te klikken.
Brainwashing
Bedrijven als het Internet Onderzoeksagentschap recruteren hun - meestal jonge - medewerkers onder meer op het zogenaamde Seligerkamp. Dat is een jaarlijkse bijeenkomst van jongeren aan het meer van Seliger, op zo'n 350 km van Moskou, met een sterk indoctrinair karakter.
Jongeren op een Seligerkamp
Net zoals de communistische partij ten tijde van Lenin en Stalin, heeft de omgeving van Vladimir Poetin begrepen dat een vroegtijdige indoctrinatie trouwe en goedkope aanhangers oplevert. Het begon in mei 2000, met de oprichting van Идущие вместе [Idoesjtsjije vmjestje] of Samen Wandelen door de toen 29-jarige Vasili Grigorjevitsj Jakemenko (°1971), een medewerker uit de administratie van Vladimir Poetin. Deze jongerenbeweging hanteerde strikte regels en forse indoctrinatiemethoden die herinnerden aan de Komsomol uit de Sovjettijd. De leden werden vooral opgemerkt door hun acties tegen de hedendaagse Russische schrijver Vladimir Georgievitsj Sorokin (°1955) en de rockband Leningrad. De symbolen en interne werkmethoden leverden de groep al snel de bijnaam Putinjugend op. Met beloningen als «sterren» en t-shirts met de beeltenis van Poetin werd het activisme van de leden gestimuleerd. Zo moest een lid dat zijn eerste «ster» verdiend had, 50 nieuwe leden aanbrengen. In 2004 kwam Samen Wandelen in een crisis terecht. Eén van de groepsleden was betrokken geraakt bij de distributie van pornografische video's, en er ontstonden financiële discussies tussen de afdeling in Sint-Petersburg en het hoofdkwartier in Moskou. Het was het sein voor het Kremlin om op 1 maart 2005 een nieuwe beweging op te richten.
Vasili Grigorjevitsj Jakemenko
De nieuwe beweging heette Наши [Nasji] of De Onze. Ze werd opgericht als reactie op de Oranjerevolutie in buurland Oekraïne een jaar eerder, waarbij protesten geleid door jeugdige demonstranten hadden geholpen bij de verkiezing van de pro-westerse president Viktor Andrijovitsj Joesjenko (°1954). Nasji had tot doel om massale demonstraties in Rusland te voorkomen of zelfs onmogelijk te maken door pleinen te bezetten voordat de oppositie de kans kreeg zich daar te verzamelen. Opnieuw werd ze geleid door Vasili Jakemenko. Volgens zijn eigen verklaringen ontving de beweging geld van het Kremlin. In 2010 zou dat 200 miljoen roebel geweest zijn - op dat moment was dat 5,4 miljoen euro. De eerder vermelde Vladislav Soerkov, de man van de Vrijdagvergaderingen met de pers, wordt algemeen gezien als één van de initiatiefnemers. Hij droomde van een paramilitaire groep die critici van Poetin konden bedreigen en aanvallen als «vijanden van de staat».
Op een politiek vormingsevenement in 2006 zei de ook al eerder vermelde Kremlinadviseur Gleb Pavlovsky dat de Nasji-leden volgens hem niet voldoende brutaliteit vertoonden: «jullie moeten er op voorbereid zijn om demonstraties af te breken en om met geweld op te treden tegen elke poging om de grondwet aan te vallen. Nasji onderneemt regelmatig acties tegen buitenlandse ambassades. Zo heeft de beweging in 2006 de Britse ambassadeur in Moskou, Anthony Brenton (°1950), samen met zijn gezin gedurende vier maanden gestalkt, zeven dagen op zeven. De actie werd gevoerd omdat Brenton een conferentie van de oppositie had bijgewoond. De groep verspreidt ook brochures waarin nooit gedane verklaringen van uit de gratie gevallen politici zoals voormalig premier Michail Michailovits Kasjanov (°1957) als feitelijke citaten worden voorgesteld, of waarin de Sovjet-Unie wordt weergegeven als een periode van materiële welvaart en overvloed. Verschillende leden van Nasji hebben getuigd dat ze geld kregen om deel te nemen aan demonstraties of aan tegenbetogingen. Een gebruikelijke vergoeding is 500 roebel. Nasji levert ook het voetvolk voor andere projecten ter verheerlijking van de Russische leiders zoals, onder meer, de knappe Medvjedev Girls. Deze meidengroep, die wel eens topless gaat om het beleid van Dmitri Anatoljevitsj Medvjedev °1965) te ondersteunen, werd opgericht op 4 augustus 2011.
De Medvjedev Girls
Om de basis van de instroom van jongeren in Nasji nog te vergroten werd op 6 december 2007 de beweging Мишки [Misjki] of De beertjes opgericht, een pro-Poetin-kinderbeweging voor de jeugd van 8 tot 15 jaar. Net zoals Nasji kan vergeleken worden met de Komsomol, vertoont deze kinderbeweging, opgericht door Joelia Konstantinovna Zimova, sterke gelijkenissen met de Pioniers uit de Sovjetperiode. Vanaf een jonge leeftijd reeds worden de kinderen gebrainwashed om een onvoorwaardelijke liefde te betonen voor de persoon van Vladimir Poetin, en worden ze ook opgetrommeld voor betogingen zoals, onder meer, in de tijd van de beruchte verkiezingen van 2012.
Joelia Konstantinovna Zimova