Maskering en hiërarchische wisseling
Maskering
Eén van de stijlelementen die Boelgakov vaak gebruikt is het maskeren. De rol van de geheime politie, bijvoorbeeld, wordt vaak op een subtiele, bijna verborgen wijze verwoord, al is hij niet onbelangrijk: bijna elk personage wordt wel eens een keertje gearresteerd in de roman. Boelgakov gebruikt een Aesopische taal om de activiteiten van de geheime politie - of de resultaten ervan - te beschrijven. Aίσωπος - Aisopos (620 BC-560 BC) was een Griekse dichter, vooral bekend door zijn dierenfabels.
De Griekse dichter Aisopos
De fabels van Aisopos waren onder meer de bron van inspiratie voor de Franse dichter Jean de la Fontaine (1621-1695). Door middel van zijn fabels kon hij veilig sociale kritiek uiten. Een Aesopische taal is dus een woordgebruik dat voor buitenstaanders een onschuldige betekenis heeft, maar dat zeer betekenisvol is voor ingewijden of geïnformeerden. Het Russisch biedt daar nogal wat mogelijkheden voor en Boelgakov hanteert die volop. De vertalers moeten het niet altijd gemakkelijk hebben gehad. Wanneer de Meester aan Ivan vertelt dat hij «dezelfde jas aanhad, maar dan zonder knopen», dan weet de geïnformeerde lezer dat hij gearresteerd werd. Want onder Stalin werden in de Sovjetunie de knopen van onder- en bovenkleding van arrestanten afgeknipt.
Jean de la Fontaine
Boelgakov vermeldt de geheime politie nooit bij naam. Soms gebruikt hij onbepaalde naamwoorden - «een burger kwam binnen en fluisterde iets», soms vage algemene begrippen - «één der Moskouse instellingen», soms werkwoorden zonder logische agens, met de suggestie dat de slachtoffers zelf de oorzaak waren van wat er gebeurde - «mensen begonnen spoorloos te verdwijnen», of «de derde dag vertrok Anna Frantsevna andermaal haastig naar haar datsja... Overbodig te zeggen dat zij niet terugkeerde!», soms beschreef hij een resultaat of een effect van wat er gebeurde zonder referentie naar de aanleiding - «hij werd bleek» of «de nieuweling fluisterde Pjatnazjko iets in het oor, waarop deze totaal ontredderd overeind kwam, en een seconde later stond Poplavski alleen in de bestuurskamer».
Het maskeren is niet altijd hekelend bedoeld. Soms is het gewoon grappig, of misschien enkel om een gevoel van (h)erkenning te geven aan de geïnformeerde lezer. Wanneer Woland bijvoorbeeld Moskou overschouwt na de feiten, vlak vóór het gezelschap zich terug naar de poorten van de hel zal begeven, dan zit hij daar «ineengedoken», met «de spitse kin op de vuist steunend en een been onder zich opgetrokken». Dat is exact dezelfde houding als het beeld de Denker van de Franse beeldhouwer Auguste Rodin (1840-1917). Op zich niets bijzonders, tenzij je weet dat dit beeld, dat nu op zichzelf wereldberoemd is, in 1880 ontworpen was als onderdeel van een monumentale deur die Rodin had ontworpen voor een nieuw te bouwen museum voor toegepaste kunst, de École des Arts Decoratifs in Parijs. De deur kreeg de naam De Hellepoort, en in de opdracht stond dat de voorstelling gebaseerd moest zijn op de Divina Commedia van de Italiaanse schrijver Dante degli Alighieri (1265-1321). En dit werk overkwam wat ook met De meester en Margarita dreigde te gebeuren: het werd nooit afgewerkt.
De Hellepoort met De Denker
Illusie of realiteit
Een ander stijlelement dat Boelgakov hanteert is de hiërarchische wisseling. Hij draait de werelden om. Moskou, dat ten tijde van Boelgakov in de ban is van het Sociaal Realisme, en waar het atheïsme de norm is, laat hij in de roman beheersen door de magie van de duivel - die per definitie alleen kan bestaan als er ook een God bestaat. En de bijbelse verhaallijn, die zich afspeelt in een wereld waar volgens de historische geschriften symboliek en alle mogelijke vormen van religieuze beleving houvast gaven voor al wat nog onbekend, ongeweten en onverklaard was, beschrijft Boelgakov als een wereld die onderworpen is aan de wetten van de rationele realiteit. De motieven van de personages worden verklaard, Afranius wordt meerdere malen expliciet als «het hoofd van de geheime politie» vermeld, en de manipulaties van Kajafas worden uitgebreid en gedetailleerd uit de doeken gedaan.
Wanneer de personages in De meester en Margarita geconfronteerd worden met een onverklaarbare dreiging, dan aarzelen ze vaak tussen twee mogelijkheden: ofwel is het een illusie, ofwel bovennatuurlijk. Boelgakov haalt regelmatig bewust het bovennatuurlijke en de realiteit door elkaar. En de echte dreiging komt bij hem niet van het bovennatuurlijke, maar van de dagelijkse Sovjetrealiteit. Helemaal anders dus dan wat de leer van de Sovjetautoriteiten inhield. Voor hen was net het geloof in het bovennatuurlijke gevaarlijk en subversief, of een zet van de vijanden van het socialisme, en dus van saboteurs.
De kracht van woorden
In de Sovjetunie was het woord uiterst belangrijk. Tot in het extreem absurde toe. Wanneer iets benoemd werd, dan bestond het, wanneer iets verzwegen werd, dan bestond het niet. Professor Efim Grigorjevitsj Etkind (1918-1999) van de Parijse Sorbonne, die in 1974 onder druk van de KGB de Sovjetunie moest verlaten, omschreef het als volgt in een artikel dat hij als titel Sovjet Taboes meegaf: «То, чего мы не признаем официально - призрак, фантом, небытие. То, чего мы не признаем, утрачивает реальность» of «Wat we niet officieel erkennen is een schaduw, een spook, onbestaand. Wat we geen naam geven verliest realiteit». Of, zoals de meester zegt: «Раз нет документа, нету человека» of «Geen documenten, geen persoon».
Efim Grigorjevitsj Etkind
Maar het tegendeel is ook waar. Wanneer bepaalde woorden en begrippen - of, bij uitbreiding, ook stellingen - vaak genoeg herhaald worden dan worden ze realiteit. De Sovjetperiode was gekenmerkt door dit soort van indoctrinatie. Het ontkennen van de op deze wijze gecreëerde realiteit kon als staatsgevaarlijk worden beschouwd. Maar ook het vergeten ervan kon bestraft worden. De Kirgizische schrijver Tsjingiz Torekylovitsj Aitmatov (1828-2008), nu ambassadeur van zijn land bij de NAVO, de Europese Unie en België, beschrijft in zijn boek De dag duurt langer dan honderd jaar, hoe een man werd gearresteerd omdat hij tegenover een Engelsman was vergeten op te merken dat de Tweede Wereldoorlog nooit had kunnen gewonnen worden zonder het genie van Stalin. En in zijn novelle Een gebeurtenis in het station van Kretsjetovka beschrijft Aleksandr Isajevitsj Solzjenitsyn (1918-2008) een incident dat hij observeerde in één van de vele rangeerstations tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Sovjetburger Tveritinov wordt gearresteerd omdat hij aan luitenant Vasili Zotov vroeg wat de vroegere naam van Stalingrad was. Zotov vermoedt dat hij met een spion te maken heeft en laat hem arresteren. Later heeft Zotov tweemaal navraag gedaan over de acteur en hij kreeg alleen te horen dat «er voor hem gezorgd wordt» en dat «wij nooit fouten maken», waardoor de lezer het raden krijgt naar het lot van Tveritinov.
Aleksandr Isajevitsj Solzjenitsyn
Iets zeggen of iets niets zeggen. Het kon de correctheid van je politieke opinie bepalen. De Litouwse ingeneur en schrijver Czeslaw Milosz (1911-2004) ging nog een stap verder: «Zelfs je gebaren, de toon van je stem, of je voorkeur voor een bepaald soort das kon, met het gebruik van de juiste woorden, worden geïnterpreteerd als een uiting van je politieke geaardheid - goed of slecht, al naargelang...»
Met dit gebruiken van woorden om een realiteit te creëren of te interpreteren - of van woorden niet te gebruiken om een realiteit te ontkennen, speelt Boelgakov de hele tijd in zijn roman, vaak subtiel, soms zeer duidelijk. Het mooiste voorbeeld is wellicht de reactie van Ivan in zijn dialoog met de dokter:
- Kent u Berlioz? vroeg Ivan veelbetekenend.
- De componist, bedoelt u?
Ivan werd boos.
- Componist? Wat nou weer? Ach ja... Ja-nee! Die componist heeft dezelfde achternaam als Misja Berlioz.
De Sovjetfunctionaris Misja Berlioz heeft dus niet dezelfde naam als de Franse componist. Neen, de componist heeft dezelfde naam als Misja. 't Is maar dat je de juiste volgorde respecteert...
De vijand met zijn eigen wapens verslaan
Het maskeren, het voortdurend verwisselen van illusie en realiteit, en het benoemen of juist verzwijgen van begrippen zijn instrumenten waarvan Boelgakov handig en overvloedig gebruik maakt om fantastische en groteske effecten te creëren. In het echte leven van zijn tijd en plaats werden deze instrumenten gegenereerd door een omkering van de hiërarchie tussen taal en realiteit door de overheid. Wat waar of onwaar was in de taal van de Sovjetautoriteiten nam de overhand op wat waar of niet waar was in de realiteit. Boelgakov bestreedt de vijand dus met dezelfde wapens. Echter wel met méér taalgevoel, méér zin voor relativiteit, méér gevoel voor schoonheid, minder willekeur en méér respect voor de lezer of toehoorder.