En dat huis dat is niet pluis
De titel van het hoofdstuk
De Nederlandse titel van dit hoofdstuk is één van de missers van de - voor de rest uitstekende - vertaling van Marko Fondse en Aai Prins. De oorspronkelijke Russische titel van Michail Boelgakov luidt Нехорошая квартирка [Nechoroshaja kvartirka], wat zoveel betekent als Het vervloekte appartement.
Stefan (Stjopa) Bogdanovitsj Lichodejev
Лиходей [Likhodieï] betekent ellendeling, schurk of booswicht. Om de tweeslachtigheid nog wat te verhogen, heeft Boelgakov dit personage een christelijk patroniem oof vadersnaam meegegeven, want Богданович [Bogdanovitsj] komt van «данный Богом» [danni Bogom] of door God geschonken.
In de versie van 1929 van De meester en Margarita heette deze figuur niet Stjopa Lichodejev, maar Garoesja Pedoelajev. Dit personage was gebaseerd op een zekere Toeadzjin Peizoelajev (?-1936). Peizoelajev was een advocaat die Boelgakov kende toen hij in Vladikavkaz in de Kaukasus woonde van 1919 tot 1921, en die tevens co-auteur was van De zonen van de moellah, één van Boelgakov's allereerste theaterstukken.
Op het einde van dit hoofdstuk zal Woland Lichodejev naar Jalta sturen. In de voormelde vroegere versie stuurde Woland Pedoelajev naar Vladikavkaz. In latere versies werd Pedoelajev veranderd in Stepa Bombejev en later in Lichodejev. Toeadzjin Pejzoelajev stierf in 1936 en wellicht heeft Boelgakov dan, uit respect, het Pedoelajev personage vervangen door Lichodjeev en hem naar Jalta gestuurd. In de finale versie van De meester en Margarita behoudt Lichodejev wel een spoor van de eerdere versie: hij komt namelijk terug met een «Kaukasische bontmuts en een vilten kozakkenmantel».
De situatie op Jalta verwijst dan weer naar Aardbeving, een verhaal uit 1929 van schrijver Michail Michailovitsj Zosjtsjenko (1895-1958) waarin de held, Ivan Jakovlevitsj Snopkov, in ondergoed door Jalta dwaalt, ook als gevolg van een drankprobleem. Hij had namelijk, vóór de aardbeving uit de titel, anderhalve fles vodka leeggemaakt, hij was dan in slaap gevallen en door plunderaars van zijn kleren beroofd. Dergelijke toestanden zijn overigens ook echt waargenomen bij de aardbeving die op 11 september 1927 de buurt van Jalta heeft geteisterd.
Michail Michailovitsj Zosjtsjenko
Het syndroom van zware katers en geheugenverlies ten gevolge van het drinken van porto kwam reeds voor in vroegere werken van Boelgakov: Чаша жизни [Tsjasja zjizni] of Het kopje van het leven (1922) en День нашей жизни [Djen Nasjej zjisni] of Dagen van ons leven (1923).
Lichodejevs bezorgdheid over het zegel op de deur van Berlioz en een «twijfelachtig gesprek» dat had plaatsgehad op de vierentwintigste april in het appartement is een allusie op het lot dat één Boelgakovs vrienden, de acteur Nikolaj Vasilevitsj Bezekirsi had ondergaan. Bezekirski was gearresteerd en voor drie jaar verbannen naar Ryazan omwille van «een contarevolutionair gesprek in een zeker huis dat ik vaak bezocht». Boelgakov had hierover een brief van Bezekirskii ontvangen in april 1929.
Een groot, in een u-vorm opgetrokken woonblok
Een moeilijk geval, deze zin. En dat is het gevolg van één enkel Russisch woordje: покой [pokoj]. Boelgakov schrijft dat Stjopa woonde «в большом шестиэтажном доме, покоем расположенном на садовой улице». In het Nederlands zou dat moeten zijn: «in een groot huis van zes [vijf] verdiepingen, rustig gelegen in de Sadovajastraat».
Maar de Nederlandse vertalers Marko Fondse en Aai Prins hadden dat zo niet gezien. Zij vertaalden het woord покоем [pokojem], dat rustig betekent, als «in een u-vorm opgetrokken». Hun Engelse collega's Richard Pevear en Larissa Volokhonsky deden overigens hetzelfde door het huis als «a U-shaped building» te omschrijven.
Het bewuste huis is gelegen aan de Bolsjaja Sadovajastraat nr. 10 in Moskou. Boelgakov heeft hier zelf gewoond met zijn eerste vrouw Tatjana Nikolajevna Lappa (1892-1982) van 1921 tot 1924, en wel in het appartement nr. 50, dat hier beschreven wordt. Het gebouw bestaat nog steeds, en huisvest twee musea die de gedachte aan Boelgakov levendig houden: het Boelgakovhuis op het gelijkvloers, en het Museum M.A. Boelgakov in het bewuste appartement nummer 50.
Bolshaya Sadovaya No. 10 in 1936
Het is duidelijk dat de vertalers het gebouw in de Bolsjaja Sadovajastraat zelf nooit gezien hebben, want dan zouden ze geweten hebben dat het niet U-vormig is. Het is een rechthoekig gebouw, met een volledig ombouwde binnenkoer. Heden ten dage is de Bolsjaja Sadovajastraat een erg drukke buurt met veel verkeer. Maar in de tijd van Boelgakov was het een zeer rustige buurt. Vlak vóór het gebouw, zoals op veel plaatsen op de Tuinring, was een zeer breed wandelpad met bomen en struikgewas. Een correcte vertaling van de woorden van Boelgakov zou dus als volgt moeten luiden: «een groot huis, rustig gelegen aan de Sadovajastraat».
Waarom vertaalden Fondse en Prins het woord покой [pokoj] dan als «in een u-vorm»?
Volgens hen blijkt het woord покой [pokoj], naast rustig, ook nog een andere betekenis te hebben. Tot ongeveer 1900 gebruikte men in Rusland de Kerkslavische namen om de letters van het Cyrillisch alfabet aan te duiden. En de Kerkslavische naam voor de letter die nu aangeduid wordt met Pe, en die geschreven wordt als П was покой [pokoj]. Nog steeds volgens de vertalers zou de Russische tekst dus mogelijk ook kunnen vertaald worden als: «een groot huis van vijf verdiepingen, П-vormig en gelegen in de Sadovajastraat». Indien het П-vormig was geweest - quod non.
Maar Fondse en Prins, en hun Engelse collega's Pevear en Volokhonsky hadden een probleem met deze redenering: de letter П komt niet voor in ons alfabet. Dus hebben ze die gewoon omgedraaid en er een U van gemaakt.
Overigens, in zijn eerste vertaling van De meester en Margarita, in 1968, beschreef Fondse «een rustig gelegen gebouw van zes verdiepingen aan de Sadovaja». Het was pas na de publicatie van de Pevear en Volokhonsky vertaling in 1997 dat hij dit veranderde in een «in een u-vorm opgetrokken woonblok».
De Franse vertalers en de Engelse vertaler Michael Glenny vertaalden het woord покой [pokoj] overigens helemaal niet, alsof het helemaal niet in de brontekst voorkwam.
De binnenkoer van Bolsjaja Sadovaja nr. 10 in 2014
En dan nog even dit: de aandachtige lezer zal gemerkt hebben dat in de Nederlandse vertaling vijf verdiepingen staat, en in de Engelse zes. In de tekst van Boelgakov staat шестиэтажном (sjestietazjnom) of met zes verdiepingen. De Engelse en Franse vertalers nemen dit letterlijk over en hebben het ook over zes verdiepingen. Deze verwarring heeft te maken met het feit dat in Rusland het gelijkvloers als de eerste verdieping beschouwd wordt. Het gebouw telt dus zes bouwlagen: vijf verdiepingen en een gelijkvloers.Laatste observatie: in zijn eerder vermelde vertaling van 1968, had Fondse het ook over zes verdiepingen.
U kan méér lezen over het huis op Bolsjaja Sadovaja op de website «Master & Margarita» door op de pijl hieronder te klikken.
Anna Frantsevna de Fougère
De naam de Fougeré moet een beetje gek klinken in Russische oren, want фужер (fougère) betekent wijnglas in het Russisch. In Rusland bestond een echte juwelier met een min of meer gelijkende naam: Peter Carl Fabergé (1846-1920).
Fabergé was een derde generatie Rus die de juwelierszaak beheerde die zijn vader in 1870 had opgericht in St. Petersburg. Hij opende nog meer verkooppunten in Moskou, Odessa, Parijs en Londen. Zijn ambachtslui maakten heel wat rijkelijk beladen voorwerpen, maar zij werden toch vooral wereldberoemd met hun keizerlijke paaseieren die populair werden bij de twee laatste tsaren van 1881 tot 1917.
Peter Carl Fabergé
Een verre verwant van de echte juwelier, een zekere A. P. Fabergé, woonde in de Pretsjistenkastraat 13, waar enkele van Boelgakovs vrienden later woonden. Boelgakov was een regelmatig bezoeker van dat huis toen hij pas in Moskou woonde. De kandelaar en de trap in de roman zijn wellicht gebaseerd op voorbeelden die hij daar had gezien.
Belomoet
Ik weet (nog) niet of er voor dit personnage een reëel prototype bestaat. In een eerdere versie van De meester en Margarita, die toen de werktitel De grote kanselier had, heette hij voluit Mikhail Grigorjevitsj Belomoet.
Op een vrije dag
Tijdens het eerste Vijfjarenplan - een ambitieus plan om de Russische economie massaal te collectiviseren - experimenteerde het Sovjetregime enkele keren met de kalender. In de periode van de Eeuwige kalender werden de wekelijkse rustdagen gespreid. De bedrijven konden zelf uitmaken op welke dag de werkende bevolkng vrijaf kreeg. In 1939 werd opnieuw de zevendaagse week ingesteld.
U kan meer lezen over de kalenderperikelen in de Sovjetunie in de sectie Context van deze website. door op de pijl hieronder te klikken.
Mensen begonnen spoorloos te verdwijnen
Net zoals op veel andere plaatsen in De meester en Margarita behandelt Boelgakov het dagelijkse Sovjetfenomeen van verdwijningen (arrestaties) en de andere activiteiten van de geheime politie NKVD op een vage, onpersoonlijke en heimelijke manier. Helemaal in de geest van die activiteiten zelf, dus. Een heel goed voorbeeld daarvan is de arrestatie van de meester zelf in hoofdstuk 13, die gebeurt haast zonder dat ze vermeld wordt.
De Weeshuisstraat
Deze straat heet nu Dostojevskistraat. In de Russische tekst van Boelgakov staat Божедомка [Boszjedomka] of Godshuisstraat. Een godshuis is een instelling, meestal met een huiselijke sfeer, die zich in terminale zorg specialiseert. Maar de naam boszjedomka werd ook gehanteerd voor een plaats op een kerkhof bestemd voor de armen, de bedelaars, de wezen en de mensen die een gewelddadige dood stierven.
Een aspirientje
In de oorspronkelijke Russische tekst wil Stjopa een пирамидона [pyramidon]. Pyramidon is een geneesmiddel tegen pijn en koorts van hetzelfde type als aspirine.
Daar ben ik dan!
Boelgakov citeert:«Вот и я!» [Vot i ja!] of «Hier ben ik!». Dat zijn exact de woorden die Mephistopheles uitroept - «Me voici!» - wanneer hij voor het eerst verschijnt aan Faust in de gelijknamige opera van de Franse componist Charles Gounod (1818-1895). «Hier ben ik!» was overigens ook ooit één van de werktitels van De meester en Margarita.
Hieronder kan u een video zien van de scène waarin Mephistopheles voor Faust verschijnt in een fragment van de opvoering van deze opera door de Wiener Staatsoper op 23 maart 1985.
«Hier ben ik!» was overigens ook ooit één van de werktitels van De meester en Margarita. In de sectie De roman van de website kan u meer lezen over de diverse werktitels waaraan Boelgakov gedacht heeft in de twaalf jaar die hij gewijd heeft aan het schrijven van de roman door op de pijl hieronder te klikken.
de datsja van de eenakterschrijver Choestov in Schodnja
Сходна [Schodnja] is een randgemeente in het noorden van Moskou.
Het prototype van de eenakterschrijver Choestov is waarschijnlijk Karl Bernhardovitsj Radek (1885-1939), die met zijn echte naam Karol Sobelsohn heette. Radek speelde een grote rol in de organisatie van de internationale communistische beweging, en werd in 1920 zelfs secretaris van de Komintern of de Derde Internationale. Hij werd ook medewerker van de kranten Pravda en Izvestia.
Karl Bernhardovitsj Radek
Woland noemt Choestov «een ploert, een intrigant, een draaier en een kruiper is». Dit refereert naar het feit dat Karl Radek op het Tweede Moskouse showproces in januari 1937 een relatief milde straf had gekregen omdat hij belastende verklaringen had afgelegd betreffende onder meer Nikolaj Ivanovitsj Boecharin (1888-1938), die later op het Derde Moskouse showproces in maart 1938 zou worden ter dood veroordeeld en geëxecuteerd.
Nikolaj Ivanovitsj Boecharin
De echtgenote van Boecharin, Anna Michailovna Larina (1914-1994), schreef haar memoires onder de titel Незабываемое [Nezabyvajemoje] of Onvergetelijk. In 1991 werden ze in het Nederlands werden gepubliceerd als De revolutie ging in het rood gekleed. Daarin vernemen we dat Karl Radek een datsja had in Schodnja.
Anna Michailovna Larina
U kan een volledige beschrijving van het personage van Choestov lezen in de sectie Personages van deze website door op de pijl hieronder te klikken.
de dame, die Stjopa zo nodig moest zoenen
In de laatste versie van De meester en Margarita wordt deze dame niet duidelijk omschreven. Er wordt alleen gezegd dat ze «bij de omroep scheen te werken, of misschien ook niet». In De Prins van de duisternis, één van de vroegere versies van De meester en Margarita, lezen we echter dat Choestov een dame gekust had die «niet de vrouw van Choestov was», en dat ze «in een naburige datsja verbleef». Dat zou een verwijzing kunnen zijn naar Larissa Michailovna Reisner (1895-1926), een schrijfster en correspondente van Izvestia. Karl Radek was gehuwd en had een dochter, maar het was algemeen bekend dat Reisner zijn maîtresse was.
Larissa Michailovna Reisner
Professor in de zwarte magie Woland
Woland stelt zich voor aan Stjopa met een Germaanse naam voor Satan, die in de oude Faustlegenden in veel varianten voorkomt, zoals Valand, Woland, Faland of Wieland.
Sommigen zien Woland als een parodie op Josef Vissarionovitsj Stalin (1878-1953), de leider van de Sovjetunie van 1924 tot 1953, die zijn grootste wreedheden beging in de jaren '30, toen Boelgekov De meester en Margarita aan het schrijven was. Er zijn inderdaad enkele gelijkenissen. Net zoals Stalin Boelgakov spaarde maar anderen onverbiddellijk liet elimineren, spaart Woland de meester terwijl hij anderen straft. En in 1899 werd Stalin verwijderd uit het Russisch orthodoxe seminarie van Tbilisi, net zoals Satan, als gevallen engel, uit de hemel werd verbannen.
De naam Woland is ook erg on-russisch. Het een variant van de naam van de duivel in Faust van Johan Wolfgang von Goethe (1749-1842): de ridder Voland of Faland. Sommigen zien in hem de «almachtige» Stalin, die net als Woland terreur zaaide, maar die ook momenten van «goedheid» kon hebben. Want dank zij Stalins grillig karakter kon Boelgakov toch overleven als kunstenaar.
Johan Wolfgang von Goethe
U kan een volledige beschrijving van het personage van Woland lezen in de sectie Personages van deze website door op de pijl hieronder te klikken.
Financieel directeur
Hier mist de Nederlandse vertaler een kans om de parodiërende stijl van Boelgakov door te trekken. In de oorspronkelijke tekst staat immers финдиректор [findirektor] of findirecteur, één van die vele samentrekkingen waar de Sovjettaal mee doorspekt was, zoals Nakompros, Komsomol, Goelag, agitprop en nog veel meer. In De meester en Margarita verzon Boelgakov nog meer samentrekkingen en acroniemen, zoals Massolit en Dramlit, om deze gewoonte te hekelen.
Rimski
Grigori Danilovitsj Rimski is de financieel directeur van het Variété Theater. Римский [Rimski] betekent Romeins in het Russisch. Zijn naam is ontleend aan de Russische componist Nikolaj Andrejevitsj Rimski-Korsakov (1844-1908), auteur van onder meer de beroemdeVlucht van de hommel uit de opera De geschiedenis van Tsaar Saltan(1899-1900) en van de symfonische suite Sherazade (1888).
Ironisch genoeg draagt de financieel directeur van het Variété Theater, met zijn rationele geest een tegenstander van de zwarte magie opvoeringen, dezelfde naam als de componist die onder meer ook heidense legendes en folklore op muziek zette zoals Meinacht (1880) en Nacht op de kale Berg (1886), een symfonisch gedicht dat hij afwerkte voor Modest Petrovitsj Moessorgski (1839-1881).
Voor the trivia: in de TV-reeks Мастер и Маргарита [Master i Margarita] uit 2005 van Vladimir Bortko speelt het orkest in het Variété Theater Rimski-Korsakov's Sherazade bij het begin van de show van Woland.
Nikolaj Andrejevitsj Rimski-Korsakov
Een reusachtig waszegel
Een zegel op de deur betekende meestal dat iemand was gearresteerd en dat zijn bezittingen verzegeld waren voor verder onderzoek. Vandaar dus dat Stjopa vreest voor een gesprek dat hij met Berlioz had gehad «over een onderwerp dat je beter kunt mijden». Stjopa vermoedt onmiddellijk dat Berlioz gearresteerd werd, waardoor nu chaos heerste in zijn brein. Had hij niet zichzelf gecompromitteerd door dat gesprek met de uitgever, en zichzelf daardoor dus in gevaar gebracht?
Voronjezj
Воронеж [Voronjezj] is een grote stad in het zuiden van Rusland, niet ver van Oekraïne. In de periode dat Boelgakov aan De meester en Margarita werkte, kende het een explosieve groei. Het evolueerde van 120.000 inwoners (1926) naar 345.000 (1939). En die groei zou niet ophouden, want nu wonen er méér dan 850.000 mensen.
Azazello
Boelgakov voegt een Italiaans aandoend einde aan de Hebreeuwse naam Azazel, een demon die in de wildernis huisde.
Volgens het apocriefe Boek van Henoch was Azazel de leider van de grigori, een groep van gevallen engelen die met sterfelijke vrouwen gemeenschap had, waaruit de reuzen voortkwamen, ook bekend als de Nephilim. Azazel is de grigori die de mensen leerde wapens, juwelen en cosmetica maken. Zijn lessen creëerden zoveel onrecht dat God besloot alle leven op aarde te vernietigen in de zondvloed.
Dank zij Azazello leerden de vrouwen de «zondige kunst» om «hun gezichten te schilderen». Het is dus duidelijk waarom hij in hoofdstuk 19 een balsem geeft aan Margarita.
Jalta
De stad Ялта [Jalta] ligt aan de zuidelijke kust van de Krim aan de Zwarte Zee, in Oekraïne. De stad is vooral bekend door de Conferentie van Jalta, die er in februari 1945 plaatsvond. Die plaats van samenkomst was gekozen omdat Stalin had geweigerd zijn grondgebied te verlaten. In Jalta werden de invloedssferen van de Verenigde Staten en de Sovjetunie voor na de oorlog vastgelegd. Deze zouden zo’n 45 jaar standhouden.
Nederlandse ondertitels
Alle films gebaseerd op De meester en Margarita werden door uw webmaster ondertiteld in het Nederlands, Engels, Spaans, Frans, Duits en Italiaans. Klik op de link hieronder om ze te vinden.