27. Het einde van appartement No. 50

Nederlands > De roman > Aantekeningen per hoofdstuk > Hoofdstuk 27

Een der Moskouse instellingen

Dit gebouw is het hoofdkwartier van de geheilme dienst op het Ljoebjankaplein in Moskou. In de tijd van Boelgakov heette dat het Dzerzjinskiplein, naar Feliks Edmoendovitsj Dzerzjinski (1877-1926), de eerste directeur van de Tsjeka.

Tsjeka komt van ЧК, dat is de afkorting van Всероссийская чрезвычайная комиссия по борьбе с контрреволюцией и саботажем of de Buitengewone Panrussische Commissie voor de strijd tegen de contrarevolutie en sabotage. Het was de eerste van veel opeenvolgende organisaties voor de Staatsveiligheid. Zoals nergens in het boek, vermeldt Boelgakov ook hier de naam van de geheime dienst niet. Het «rijkelijke lamplicht dat uit de vensters schijnt» symboliseert het feit dat Stalin dag-en-nacht oplet.

Klik hier voor meer informatie over de NKVD


Zijn woning nabij de Stenen Brug

Semplejarov woont volgens Boelgakov aan de Каменный мост [Kamenni Most] of Stenen Brug in het Дом на набережной [Dom na Naberezjnoj] of het Huis aan de Kade. Dit complex werd gebouwd aan de oever van de Moskourivier in 1928-1931 door architect Boris Michailovitsj Jofan (1891-1976). Er is een theater, een bioscoop, twee grote warenhuizen en een museum. In de Sovjetperiode bevatte het ook appartementen voor de partijelite.

Klik hier voor meer informatie over het Huis aan de Kade


De verdrijving van zijn Saratovse nichtje

In hoofdstuk 12, tijdens de show van Woland in het Variété Theater, werd de «beginnende en veelbelovende actrice» Militsa Andrejevna Pokobatko beschreven als een «ver familielid» uit Saratov, die bij Arkadi Apollonovitsj en zijn echtgenote logeerde. In dit hoofdstuk wordt ze omschreven als «zijn Saratovs nichtje» en werd ze uit het appartement verdreven na «de nachtelijke ruzie» die ontstaan was na de voorstelling van Zwarte Magie - en haar ontmaskering.

Wellicht werd ze teruggestuurd naar Saratov, wat doet denken aan Горе от ума [Gorje ot oema] of Verdriet door Verstand, het stuk geschreven door Aleksandr Sergejevitsj Gribojedov (1795-1829), waarin Pavel Afanasjevitsj Famoesov, de vader,zijn dochter Sofia Pavlovna dreigt weg te sturen «naar het dorp, naar tante, naar het achterland, naar Saratov!»


De bode Karpov

Ik weet (nog) niet of voor deze figuur een reëel prototype bestaat. Het woord карп [karp] betekent karper.


Kitajtsev

Ook voor Kitajtsev, de leider van de afdeling programmering van de Toneelcommissie weet ik (nog) niet of er een reëel prototype bestaat. Het woord кит [kit] betekent walvis en de Russische woorden die met китай [kitaj] beginnen duiden op iets Chinees.


De man die het onderzoek leidde

Opnieuw hoedt Boelgakov er zich voor om namen te noemen wanneer hij agenten van de geheime politie opvoert. Ook verder in dit hoofdstuk zal dat het geval zijn.


Astoria Hotel

Het Astoria Hotel is gesitueerd aan het Sint-Isaaksplein in Sint-Petersburg, en Boelgakov en zijn vrouw verbleven daar meestal wanneer ze de stad aandeden. Het werd in 1910-1912 gebouwd naar een ontwerp van de Russisch-Zweedse architect Fjodor Lidval (1870-1945). Het was één van de beste hotels in de stad vóór de revolutie van 1917. Daarna werd het een hotel voor de elite en voor buitenlanders. Naar het schijnt heeft Boelgakov zelf vaak in kamer 412 verbleven.


Ivanoesjka

Op de meeste andere plaatsen in De meester en Margarita gebruikt Boelgakov de schuilnaam Bezdomny om Ivan Nikolajevitsj Ponyrjov aan te duiden. In dit hoofdstuk wordt hij echter telkens Ivan, of zelfs Ivanoesjka genoemd. Het symboliseert de kinderlijke onmacht die Ivan blijkt te voelen in deze faze van het verhaal.

Klik hier om meer te lezen over het gebruik van Russische koosnaampjes


Een hoge Kaukasische bontmuts, een vilten kozakkenmantel over een nachthemd, blauwe leren pantoffels

De Nederlandse vertaling geeft wel correct weer hoe Stefan (Stjopa) Bogdanovitsj Lichodejev gekleed is wanneer hij uit de Krim terugkeert, maar het is toch jammer dat de kledingstukken niet met hun originele Russische benaming worden aangeduid. De Kaukasische bontmuts is een папаха [papacha], en de vilten kozakkenmantel is een бурка [boerka].

De kleding van Stjopa kan vreemd lijken voor iemand die uit de Krim komt, maar misschien is dit ook weer het gevolg van het vele herschrijven, en van het ontbreken van een afgewerkte eindredactie. In één van de eerdere versies van de roman werd Stjopa immers niet naar Jalta, maar naar Vladikavkaz in de Kaukasus gezonden, en daar is deze kleding meer op zijn plaats.


Een dubbelgebeide

In het Russisch staat dat Varenoecha geen старка [starka] had gedronken. Starka wordt ook wel eens старка водка [starka vodka] genoemd. De Poolse starka vodka wordt de «meest nobele» en de «meest mysterieuze» van alle Poolse vodka’s genoemd, en het recept ervan is al méér dan 500 jaar oud. Er bestaat ook een Russische starka, en dat is een soort cocktail van witte vermouth of witte port met cognac, suiker en blaadjes van fruitbomen.


Een ferme slok benzine

Met Behemoth die bezine drinkt verwijst Boelgakov naar de realiteit van de jaren '20. Geconfronteerd met het staatsmonopolie op alcohol, dronken mensen vaak самогон [samogon], gedistilleerde sterke dranken die doorgaans illegaal werden geproduceerd uit maïs. Als er geen maïs voorhanden was, dronken ze soms бензоконьяк [benzokonjak], dat is een nogal vleiende samentrekking van бензол [benzol] of benzeen en коньяк [konjak] of cognac. Benzokonjak werd gemaakt van benzine waaraan verschillende kruiden werden toegevoegd.



Deze pagina delen |