25. Hoe de procurator trachtte Jehoeda van Karioth te redden
Nederlands > De roman > Aantekeningen per hoofdstuk > Hoofdstuk 25
De Antoniustoren
De Antoniustoren werd reeds in hoofdstuk 19 beschreven, toen Margarita fragmenten uit het door het vuur aangetaste typoscript van de meester herlas.
Het Hasmonaeapaleis
Ook het Hasmonaeapaleis Antoniustoren werd reeds in hoofdstuk 19 beschreven.
De Kale Schedel
Golgotha, dat hier door Boelgakov de naam Kale Schedel krijgt toebedeeld, werd reeds beschreven in de hoofdstukken 2 en 16.
Het paleis van Herodes de Grote
De nota’s van Boelgakov wijzen uit dat hij de architecturale details van het paleis van Herodes de Grote ontleende aan The Life of Christ van Frederic Farrar (1831-1903). Farrar was een in Bombay (India) geboren bekende Britse prediker. Hij was minister in de befaamde Westminster Abbey en later Deken van Canterbury. Zijn talent om historische details te mengen met bijbelse feiten lokte grote massa’s naar zijn sermoenen. Het paleis van Herodes was gesitueerd aan de westzijde van de stadsmuren van Jeruzalem.
The Life of Christ kan u hier downloaden
Een oester
Boelgakov kan dit detail ontleend hebben aan Le Procurateur de Judée (1892) van Anatole France (1844-1924), schuilnaam voor Jacques Anatole François Thibault. In zijn nota's ter voorbereiding van de laatste versie van De meester en Margarita had Boelgakov geschreven: «zou Pilatus oesters gegeten hebben?»
Het tekstfragment van Anatole France, die Boelgakov tot die vraag zou kunnen geïnspireerd hebben, klinkt als volgt: «...la table supportait des plats d'argent dans lesquels étaient préparés des becfigues au miel, des grives, des huîtres du Lucrin et des lamproies de Sicile» of «... op de tafel stonden zilveren schotels waarin vijgenetertjes met honing waren klaargemaakt, oesters van Lucrinus en zeelampreien van Sicilië».
Het meer van Lucrinus, in Campania, ten nootrdoosten van Napels, had een verbinding met de zee, en was erg bekend voor zijn oesterparken. In 1538 verdween het meer ten gevolge van een aardbeving.
Le Procurateur de Judée is beschikbaar kan u hier downloaden
Falerner of Caecuba
Boelgakov dacht oorspronkelijk dat de Falerner wijn rood van kleur was. Toen hij ontdekte dat deze wijn echter donker amberkleurig was, wijzigde hij hem in Caecuba. Hij wou immers een wijn gebruiken die de kleur had van bloed. Jammer genoeg overleed Boelgakov nog vóór hij deze wijziging overal in het boek kon doorvoeren. In dit hoofdstuk lost hij dat op door de verandering van Felerner naar Caecuba te integreren in de dialoog tussen Pilatus en Afranius, maar in hoofdstuk 30, waar de kleur van belang is, werd de tekst niet gewijzigd. Daar zegt Azazello dus verkeerdelijk: «Let wel, het is dezelfde wijn die de procurator van Judea dronk - Falerner».
Op ons heil en op het uwe, caesar, vader der Romeinen, dierbaarste en beste aller mensen!
Deze heildronk zou historisch accuraat zijn, maar daar heb ik geen bevestiging van gevonden. Maar hij klonk wel eigentijds voor de Sovjetburger in de Stalinperiode. Boelgakov heeft veel van de typische kenmerken van de jaren ’30 in Rusland in de Pilatushoofdstukken verwerkt: ondervraging en mishandeling, politiek gekonkel, spionage... Het bedachtzame antwoord van Pilatus op de heildronk voor Caesar is een onderdeel van dit patroon.
Het banket van de twaalf oppergoden
De twaalf oudste goden van het Romeinse pantheon waren: Jupiter, Juno, Mercurius, Minerva, Neptunus, Vulcanus, Apollo, Diana, Ceres, Venus, Mars en Vesta.
Penaten
De Nederlandse vertaler heeft het over de penaten van Pilatus. Maar in het Russische origineel staat ларами [larami], een verbuigingsvorm van лар [lar]. Er zou dus lares hebben moeten staan. Lar (meervoud lares of laren) is een Latijns woord van Etruskische oorsprong dat heer of vorst betekent. De lares waren Romeinse godheden, of eerder geesten, die huis en gezin beschermden
De penaten waren ook huisgoden, zij werden samen met de lares bij de huiselijke haard vereerd, zij zorgden meer specifiek voor de dagelijkse levensbehoeften, voor het dagelijks brood. Het waren de goden van de huiselijke voorraad.
Die messias
Messias komt van het Hebreeuwse woord מָשִׁיחַ (masjiah), en dat betekent de gezalfde. Het woord komt zowel bij de joden, de christenen als de islamieten voor, maar telkens in een iets andere betekenis.
In het jodendom is de messias een leider die een messiaanse periode van vrede en welvarendheid voor Joden en andere volkeren gaat inluiden, die uiteindelijk leidt tot de eindtijd. De persoon in kwestie zou afstammen van Koning David (1005 BC- 970 BC) en zou het leiderschap van zijn koningshuis herstellen. De messias wordt genoemd als belangrijke profeet en koning. Verschillende keren in de geschiedenis zijn er onder de Joden mannen opgetreden die aanspraak maakten op de titel van messias, maar in geen van deze gevallen werd zo'n claim langdurig gesteund binnen het jodendom.
In het christendom gelooft men dat de Messias is gekomen in de persoon van Jezus Christus. De Messias heeft een menselijke en een goddelijke kant. Hij wordt aangeduid als de Zoon van God en is zelf God, zij het op een andere wijze dan de Vader en de Heilige Geest met wie hij samen een drie-eenheid vormt. De Messias speelt een belangrijke rol in de christelijke eschatologie of eindtijdverwachting. Bij zijn terugkomst zal Jezus Messias afrekenen met alles wat vijandig staat tegenover God en hemzelf en het kwade bedrijft, om daarna vanuit Jeruzalem de heerschappij over de aarde te hand te nemen.
Volgens de islam is Isa (Arabisch voor Jezus) de messias, waaronder men verstaat dat hij ten hemel is gevaren en terug zal komen om de rest van zijn leven af te maken en de aarde te zuiveren van afgodendienaren. De komst van de profeet Ahmed of Mohammed (569-632) zou tijdens zijn leven zijn verkondigd. Volgens de Islam zal, enigszins zoals in het christendom, de messias het laatste der dagen inluiden.
Hebben ze iets te drinken gekregen voordat ze aan de paal werden gehangen?
Het aanbieden van drinken aan veroordeelden die aan het kruis lijden wordt door sommige bijbelcommentatoren gezien als een wettelijk soort van medelijden - zoals Pilatus het hier ook waarschijnlijk bedoelt, maar in de Evangeliën wordt het eerder als een ultieme spotternij voorgesteld, wat wellicht verklaart waarom Jezus het weigert.
Mattheus 27:34 - «Gaven zij Hem te drinken edik met gal gemengd; en als Hij dien gesmaakt had, wilde Hij niet drinken» en Markus 15:23 - «En zij gaven Hem gemirreden wijn te drinken; maar Hij nam dien niet».
Hij beschouwde lafheid als een van de ergste menselijke ondeugden
Deze uitspraak komt niet in de Evangeliën voor, maar ze is van groot thematisch belang in De meester en Margarita. Volgens één van zijn vrienden beschouwde Boelgakov zelf lafheid als de ergste van alle ondeugden, «want al de rest is daar het gevolg van». En blijkbaar voelden de Sovjetautoriteiten zich aangesproken door dit citaat, want in de eerste magazinepublicatie van De meester en Margarita waren alle verwijzingen naar deze «ergste aller ondeugden» uit de tekst verwijderd.
Afranius
Dit personage komt reeds van in het begin van het boek voor, maar wordt pas nu voor het eerst bij de naam genoemd. Hij is dan ook het hoofd van de geheime politie.
Zijn naam zou wel eens kunnen ontleend zijn aan Sextus Afranius Burrus (1-62), een Romein van Gallische afkomst. Afranius Burrus was tribuun, en later ook procurator en privébewaker van keizerin Livia Drusilla II (58 BC-29), de weduwe van keizer Augustus (63BC-14), en van de opeenvolgende keizers Tiberius (42 BC-37) en Claudius (10 BC-54). Hij hielp Julia Agrippina de Jongere (15-59) om haar zoon Nero op de troon te krijgen en werd ook één van diens twee adviseurs toen Nero (37-68) in 54 als 16-jarige keizer werd. De andere adviseur was de wijsgeer en schrijver Lucius Annaeus Seneca (4 BC-65). De eerste 5 jaar van Nero's regering - de quinquennium Neronis - worden over het algemeen beschreven als een schoolvoorbeeld van goed landsbestuur, mede omdat Burrus en Seneca achter de schermen het feitelijke bestuur uitoefenden.
Wanneer de apostel Paulus (3-67) in de Mamertijnse gevangenis aan de voet van het Capitool wordt gevangen gezet, is het Afranius Burrus die voor hem verantwoordelijk is. Er werd gezegd dat hij hem heel humaan behandelde.
Nero moet echter dulden dat zijn moeder Julia Agrippina de Jongere (15-59) een steeds belangrijkere rol voor zich opeiste. Door tussenkomst van Agripinna had Afranius Burrus in het jaar 51 de leiding over de Praetoriaanse garde gekregen. Hij had een uitstekende militaire faam maar hij wist toch bliksems goed door wiens toedoen hij die leiding gekregen had. Hij kon een eerste keer beletten dat Nero zijn moeder vermoordde - hoewel dat later toch is gebeurd. Sextus Afranius Burrus zelf stierf in het jaar 62.
Van Afranius Brutus zijn enkele bekende oneliners bewaard gebleven. Tegen de jonge keizer Nero had hij eens gezegd: «Wanneer ik eenmaal gesproken heb, vraag het mij dan niet opnieuw», en zijn laatste woorden, vlak voor hij stierf, waren: «Ego me bene habeo» - «Met mij gaat alles goed».
Dat ze hem vannacht gaan afmaken
Pilatus heeft waarschijnlijk een dubbele bedoeling met deze uitspraak. Enerzijds wil hij voor een deel zijn schuld inlossen voor de volgens hem onrechtmatige veroordeling van Jesjoea, anderzijds wil hij er blijkbaar voor zorgen dat Kajafas door de dood van Jehoeda in de problemen komt.
Hij wreef kort in zijn handen
Dit gebaar van Pilatus is wellicht het best bekende wapenfeit van de historische Pontius Pilatus: hij waste zijn handen in onschuld. Mattheüs 27:24 - «Als nu Pilatus zag, dat hij niet vorderde, maar veel meer dat er oproer werd, nam hij water en wies de handen voor de schare, zeggende: Ik ben onschuldig aan het bloed dezes Rechtvaardigen; gijlieden moogt toezien».
Deze pagina delen |
hoofdstukken
- Inleiding
- 1 Spreek nooit met onbekenden
- 2 Pontius Pilatus
- 3 Het zevende bewijs
- 4 Achtervolging
- 5 Het gebeurde in Gribojedov
- 6 Als gezegd: schizofrenie
- 7 En dat huis dat is niet pluis
- 8 Tweegevecht tussen professor en poëet
- 9 Korovjev met zijn streken
- 10 Berichten uit Jalta
- 11 Ivans splijting
- 12 Zwarte magie en haar ontmaskering
- 13 De held van het verhaal doet zijn intrede
- 14 Hulde aan de haan
- 15 De droom van Nikanor Ivanovitsj
- 16 De terechtstelling
- 17 Een onrustig dagje
- 18 Onfortuinlijke bezoekers
- 19 Margarita
- 20 Azazello's balsem
- 21 Al vliegend
- 22 Bij kaarslicht
- 23 Grand gala ten huize van Satan
- 24 De meester ontboden
- 25 Hoe de procurator trachtte ...
- 26 De begrafenis
- 27 Het einde van appartement No. 50
- 28 De laatste avonturen van Korovjev en ...
- 29 Het lot van de meester en Margarita ...
- 30 Hoogste tijd
- 31 Op de Mussenheuvels
- 32 Vergiffenis en eeuwige geborgenheid
- Epiloog
Nederlandse ondertitels
Alle films van De meester en Margarita ondertiteld in het Nederlands, Engels, Spaans, Frans, Duits en Italiaans.