17. Een onrustig dagje

Nederlands > De roman > Aantekeningen per hoofdstuk > Hoofdstuk 17

Vasili Stepanovitsj Lastotsjkin

Vasili Stepanovitsj Lastotsjkin, de boekhouder van het Variété Theater is een bescheiden en stille man die plots, door het verdwijnen van de andere leidinggevenden, de hoogste in rang wordt. Wat hem op het einde van het hoofdstuk zwaar zal berouwen.


Een rij waarvan de staart zich ergens op het Koedrinskajaplein moest bevinden

Het Koedrinskajaplein in Moskou ligt op de kruising van de Sadovaja Koedrinskaja oelitsa (het verlengde van de Bolsjaja Sadovaja oelitsa) en de Bolsjaja Nikitskaja oelitsa. Er stond dus een dubbele rij wachtenden van goed één kilometer lang.


De befaamde Ruitenaas

Boelgakovs politiehond heet in het Russisch Тузбубен [Toezboebjen]. Туз [Toez] betekent aas en бубен [boebjen] ruiten. Toezboebjen of Ruitenaas is wellicht een nogal vreemde naam voor een politiehond, maar we hoeven niet ver te zoeken naar een verklaring. Het is een parodie op de naam van een politiehond die echt bestaan heeft, en die Треф [Tref] heette, wat zoveel betekent als Klaveren.

In het archief van Boelgakov werd een krantenknipsel gevonden uit de Pravda van 6 november 1921, dat handelde over het wedervaren van Vladimir Iljitsj Lenin (1870-1924) in 1917, toen hij in de zomer een tijdje op de vlucht moest naar Finland. In dat krantenbericht lezen we dat niet alleen de contraspionage en gerechtsdetectives aan het werk werden gezet om Lenin op te sporen, maar ook honden, waaronder de welbekende politiehond Tref.

In 1907, nadat hij de school voor politiehonden van de stad Gent in België had bezocht, publiceerde Vasili Ivanovitsj Lebedev (1868-1930), hoofd van de Politie-afdeling van het Russische ministerie van Binnenlandse Zaken, zijn boek Полицейская собака в Генте [Politsejskaja Sobaka v Gentje] of Politiehonden in Gent. De ideeën die Lebedev in het boek ontwikkelde, werden zeer gewaardeerd, en op 21 juni 1909 werd dan ook de eerste Russische Полицейская школа собаководства [Politiekskaja Sjkola Sobakovodstva] of Politieschool voor Hondenfokkerij en -opleiding opgericht  in Staraja Derevnja, nabij Sint Petersburg. 

Eén van de eerste honden die naar de school werd gestuurd, was Tref, een dobermann reu, geboren in december 1908 in de von Thüringen kennel in Riga, Letland, eigendom van Otto Geller. Tref werd getraind door Vladimir Dmitriev, districtshoofd van de stadspolitie van Moskou. Op 25 oktober 1909 won Tref, die toen 11 maanden oud was, het eerste examen voor «afgestudeerden» van de school. Hij werd beroemd in Rusland omdat hij bijgedragen heeft aan de oplossing van méér dan 1.500 criminele feiten.

In het begin van de jaren twintig zou Vladimir Dmitriev in Lubjanka zijn geëxecuteerd. Het is niet bekend wat er met Tref is gebeurd.


Faland

Faland is de Duitse vorm van Wolands naam die gebruikt wordt in het drama Faust van Johann Wolfgang von Goethe (1749-1842).


Tienroebelbiljet en drieroebelbankjes

Net zoals in hoofdstuk 12 wordt de Russische tsjervonets hier vertaald als tienroebelbiljet. Drieroebelbankjes is wel een correcte vertaling van het woord Трешки (Tresjki) of drietjes uit de oorspronkelijke tekst.

In de conversatie tussen Vasili Stepanovitsj Lastotsjkin en de taxichauffeur speelt Boelgakov opnieuw met de «onbetrouwbare» tsjervonets en de «degelijke» roebel. Tsjervontsi wil de chauffeur niet meer aannemen. tresjki - briefjes van drie roebel - wel hij wel.

Klik hier om meer te lezen over de muntperikelen van de Sovjetunie
Lees hier meer over het verschil tussen de tsjervonets en een tienroebelbiljet


Het etiket van een spuitwaterfles

In de originele Russische tekst van Boelgakov staat niet gewoon spuitwater. Hij vermeldt er ook het merk bij. Het gaat om etiketten van Вода минерала нарзан [Voda minerala Narzan] of Narzan mineraal water. Dat water wordt sinds 1894 gebotteld in Kislovodsk, een stad in de regio van Stavropol in Oekraïne.

Ten tijde van Boelgakov werd het geassocieerd met die zonnige regio in het zuiden, en het had een soliede reputatie, zo’n beetje als Spa in België of Vittel in Frankrijk. Maar in de chaos van het postcommunistische Rusland zag de eminente producent zich verplicht om goedkope rommel te produceren en namakers probeerden het Narzan label in handen te krijgen.

Toen de Sovjetunie uiteenviel, had Narzan immateriële activa waar de andere ondernemingen alleen maar konden van dromen - ze hadden een prerevolutionaire merknaam, een goede reputatie en een kwaliteitsproduct. Maar in alle andere opzichten bevond het zich in dezelfde situatie als de meeste andere bedrijven die uit de centraal gestuurde economie kwamen. De regelmatige bestellingen van de staat droogden op en het bedrijf moest omschakelen naar producten voor massaconsumptie zoals goedkope wijn en pantoffels.

Dat was een flinke stap terug in vergelijking met de tijd waarin de onderneming speciale leveringen deed aan Vladimir Iljitsj Lenin (1870-1924) in de jaren ‘20. Om het nog erger te maken was het materiaal van de fabriek hopeloos ouderwets en werd er nauwelijks geïnvesteerd. Maar dingen kunnen weer ten goede veranderen: vandaag is Narzan een vooruitstrevend bedrijf. Het had daarvoor een in de Verenigde Staten opgeleide manager, Vjatsjeslav Stanislavovitsj Sinadski (°1967), aangetrokken. Die slaagde erin om een strategie uit te werken die kapitaalverschaffers aantrok. Vandaag ligt Narzan met 70 miljoen liter per jaar ver boven zijn piek in de Sovjetperiode en schittert het terug op de tafels van de Russische elite, met inbegrip van het Kremlin.


De Toneelcommissie

De fictieve Commissie van Toneel en Licht Amusement waarvan Petrovitsj voorzitter is, is gebaseerd op de Государственного объединения музыки, эстрады и цирка (ГОМЕЦ) [Gosoesarstvennogo obedinenija moezyki, estrady i tsirka] (GOMEC), of de Staatsunie voor Music-Hall, Concert- en Circusondernemingen, die gevestigd was in het gebouw van het Oude Circus, op Tsvetnoi boelvar nr. 13, waar nu het Joeri Nikulin Circus gevestigd is.


Zijn broek en zijn jasje zijn hier wel, maar er zit niets in!

Boelgakov schreef deze scène ongeveer in dezelfde tijd dat het schrijversduo Ilia Ilf (1897-1937) en Jevgeni Petrov (1903-1942) hun roman Het Gouden Kalf aan het schrijven waren Daar kwam ook een scène in voor met een leeg kostuum. De bron voor beide zou wel eens De Geschiedenis van een Stad van Michail Jefgrafovitsj Saltykov-Sjtsjedrin (1826-1889) kunnen geweest zijn. Dit boek, dat verscheen in 1869-1870, was een parodie op de Russische geschiedenis, geconcentreerd in de microkosmos van een provinciestad, waarvan de naam - Глупов [Gloepov] - meteen ook de kwaliteit van de bestuurders samenvatte. Gloepov betekent immers zoveel als Gekkenstad.

De leiders van Gloepov wedijveren met elkaar in incompetentie en waren dus het voorwerp van Sjtsjedrins kritiek, maar tegelijk is De Geschiedenis van een Stad ook een aanklacht van de passiviteit van de Russen ten opzichte van hun eigen lot.


Prosja

Anna Ritsjardovna is de secretaresse van Prochor Petrovitsj. Zij noemt haar baas «Prosja», wat eigenlijk ongepast was in een werkomgeving.


Een kater, zwart, een kanjer als een nijlpaard

Boelgakov verklaart hier hoe Behemoth aan zijn naam komt. Een nijlpaard is in het Russisch een Бегемот [Begemot].


Het filiaal in de Vagankovstraat

In de Vagankovstraat, die nu de Starovagankovskistraat heet, is er nooit een kantoor geweest dat verband hield met één of andere commissie. Boelgakov moet er wel vaak geweest zijn om de Roemjantsev of Leninbibliotheek te bezoeken. De straat dankt haar naam aan het woord ваганить [vaganit] een dialectwoord dat grappen maken of spelen betekent. De narren van de tsaar (de skomorotsji) woonden hier. Het mooiste gebouw in deze straat is zonder enige twijfel het beroemde Pasjkovhuis.


Lieve schipper vaar mij over

In de Nederlandse vertaling staat dat de werknemers van het filiaal van de Commissie van Toneel en Licht Amusement in de Vagankovstraat in een soort massahypnose samen beginnen te zingen, en de samenzang aanvatten met Lieve schipper, vaar mij over.... In een voetnoot bekent de vertaler echter dat het om een wel zéér vrije vertaling gaat: «In het origineel staat een bekend ballingenlied over het Bajkalmeer in Siberië dat ook bij dwangarbeiders in de sovjetperiode geliefd was», schrijft hij. Dat ballingenlied is Славное море, священный Байкал [Slavnoje morje, svijasjtsjennij Bajkal] of Glorieuze zee, gewijde Bajkal, nog steeds een bijzonder populair liedje in Rusland.

Slavnoje morje is een liedje dat bedacht werd door gevangenen in het kamp van Nertsjinsk Siberië rond het jaar1850. Het was gebaseerd op het gedicht Думы беглеца на Байкале [Doemi begletsa na Bajkalje] of De ziel van de voortvluchtigen in de Bajkal, dat in 1848 werd geschreven door Dmitri Pavlovitsj Davydov (1811-1888). Er bestaan heel wat versies van, want de originele tekst van het gedicht werd vaal veranderd en vooral vaak korter gemaakt. Via de link hieronder kan u zien hoe het lied gezongen werd door de medewerkers van de Commissie van Toneel en Licht Amusement in de Vagankovstraat in de TV-reeks Mistrz i Małgorzata van Maciej Wojtyszko (°1946) in 1990.

Klik hier om het liedje te horen en te bekijken

Net zoals de lezers van de Nederlandse vertaling, kunnen ook deze van de Engelse Michael Glenny vertaling zich afvragen waarom hier Glorieuze zee, gewijde Bajkal wordt besproken. Want ook Glenny was niet erg accuraat in zijn vertaling, Hij verving, maar zonder verklaring, Glorieuze zee, gewijde Bajkal ongegeneerd door Эй ухнем [Ej Oechnem] of Het lied van de Volga matrozen, ook bekend als Het lied van de Volga Boerlak. Dit is een ander zeer bekend Russisch volkslied dat het lijden van het volk bezong in de diepste ellende van het tsarenregime. Het werd in 1866 gepubliceerd in de Verzameling van Russische volksliedjes, een boek van Mili Alexejevitsj Balakirev (1836-1910). In 1941 behaalde de bewerking van Glenn Miller (1904-1944) de nummer één positie in de Amerikaanse hitlijsten als The Song of the Volga Boatmen, maar het is dus niet het liedje dat Boelgakov beschrijft in De meester en Margarita.

Het is goed mogelijk dat Boelgakov de idee voor deze scène kreeg als gevolg van een feit uit zijn privé-leven, dat zijn derde vrouw Elena Sergejevna (1893-1970) heeft beschreven in haar dagboek. Op 18 december 1934 had Ruben Nikolajevitsj Simonov (1899-1968), samen met andere medewerkers van de Vachantov Theater hun huis bezocht. Simonov was een acteur die een rol had gespeeld in Zoja's appartement. Hij was gekomen omdat Boelgakov wou voorlezen uit Jourdain de Halfgare, een bewerking die hij had gemaakt van de balletkomedie Le Bourgeois Gentilhomme van Jean-Baptiste Molière (1622-1673). Na de lezing waren ze samen naar de flat van Simonov gegaan, waar de acteur, samen met theatermaker en -pedagoog Josif Matejevitsj Rapoport (1901-1970), het lied По диким степям Забайкалья [Po dikim stepjam Zabajkalja] of Door de wilde steppen van de Transbajkalië begon te zingen. Dat is ook een nummer gemaakt door ballingen in Siberië, met een tekst die wordt toegeschreven aan de Wit-Russische schrijver Ivan Koezmitsj Kondratjev (1849-1904). Dit nummer is ook bekend als Бродяга [Brodjaga] of De zwerver, en waarvan de tekst ook vaak werd veranderd en korter gemaakt. Het werd gepubliceerd en opgenomen door heel wat artiesten en koren, de eerste keer in 1908 door Nadezjda Vasilevna Plevitskaja (1884-1940).

Simonov en Rapoport moeten hun publiek bijzonder goed vermaakt hebben die avond, want ze brachten een hilarische versie van De zwerver. Stukken van de tekst waarvan ze de woorden vergeten waren, vulden ze aan met eigen interpretaties.


De dichtstbij gelegen kamer, nummer 6

Kamer nummer 6 is een referentie naar Zaal nummer 6, een bekend verhaal uit 1892 van Anton Pavlovitsj Tsjechov (1860-1904) over een krankzinnigengesticht waar een geconstrueerde werkelijkheid botst met het echte leven.


Aan de oever van de Wolga

Hier wijkt vertaler Marko Fondse nog eens sterk af van de tekst van Boelgakov. Want die schrijft dat de tenor zingt: «Sjilka en Nertsjinsk...». Dat zijn twee steden op bijna 6.000 km ten oosten van de Wolga. Het zijn steden aan de rivier Sjilka, ten oosten van het Bajkalmeer, bekend als kampplaatsen. Het kamp van Nertsjinsk is meer in het bijzonder bekend als de plaats van herkomst van het lied Glorieuze zee, gewijde Bajkal.

«Sjilka en Nertsjinsk...» zijn de beginwoorden van de derde strofe van Glorieuze zee, gewijde Bajkal:

«Sjilka en Nertsjinsk beangstigen mij niet meer...
De bewakers van de bergen konden mij niet vangen»
.


Een portie valeriaan

Valeriaandruppels worden gedistilleerd van de plant Valeriana officinalis (Heliotrope), en worden ook nu nog gebruikt als een middeltje om te kalmeren.. De rozewitte bloemen werken op het zenuwstelsel en het bloed.


Lermontov

Michail Joerjevitsj Lermontov (1814-1841) was een romantisch dichter, prozaschrijver en dramaturg van de generatie na Aleksandr Sergelevitsj Poesjkin (1799-1837). Lermontovs werk getuigt van zijn afkeer van de onderdrukking van het Russische volk door de tsaren. Hierdoor kwam hij regelmatig in conflict met de autoriteiten; Lermontov was absoluut niet geliefd bij het hof. In 1837 schreef Lermontov in reactie op de dood van Poesjkin het gedicht Dood van een dichter. Dit gedicht viel niet goed bij tsaar Nicolaas I (1855-1796), die hem verbande naar de Kaukasus. Geïnspireerd door zijn ervaringen, schreef Lermontov zijn meesterwerk, de roman Een held van onze tijd (1840).

In februari 1841 verbleef hij enige maanden in het kuuroord Pjatigorsk. Daar kwam het tot een duel met zijn medeofficier Nikolaj Solomonovitsj Martynov (1815-1875). Lermontov zou Martynov zo genadeloos hebben geplaagd dat deze laatste er niet meer tegen kon . Op 25 juli 1841 daagde Martynov zijn plaaggeest uit tot een duel. De confrontatie vond plaats twee dagen later aan de voet van Masjoek berg. Lermontov had naar verluid laten weten dat hij in de lucht ging schieten. Martynov was de eerste om te schieten en hij richtte recht op het hart, en doodde zijn tegenstander ter plekke. Op 30 juli werd Lermontov begraven, zonder militaire eer, en duizenden mensen woonden de ceremonie bij. Sommigen zeggen dat Martynov van het hof orders had gekregen om het duel uit te lokken en Lermontov te doden. Het schijnt dat tsaar Nicolaas, na op de hoogte gebracht te zijn van de dood van Lermontov, gezegd heeft: «Zo is weer een hond gestorven».


Fanov en Kosartsjoek, die verschrikkelijke hielenlikkers

Ik weet (nog) niet of voor deze figuren een reëel prototype bestaat. Фан [Fan] betekent fan of aanhanger, en een Косарь [kosar] is een hakmes.


Buitenlandse geldeenheden

Het mag verbazing wekken dat hier, tussen de Canadese dollars, Engelse ponden en Hollandse guldens, ook de Letse latten en de Estlandse kronen vermeld worden. Zowel Letland als Estland waren immers Sovjetrepublieken. Maar tussen de twee wereldoorlogen - in de periode dat De meester en Margarita geschreven werd - waren de Baltische staten onafhankelijk en hadden ze hun eigen munten.



Deze pagina delen |