De Arbat
Nederlands > Plaatsen > Plaatsen uit de roman > De Arbat
De Arbat is wellicht de meest toeristische straat van het Moskou van vandaag, en wordt vaak vermeld in De meester en Margarita. Niet dat er veel acties op de Arbat zelf plaatsvinden, maar veel speelt zich in de buurt van deze straat af. Het lijkt wel de ader die leven geeft aan de personages. Ivan Bezdomny´s wilde achtervolging op Woland voert er doorheen, Margarita's vlucht op de bezem ook, de meester vond een souterrain in een straatje bij de Arbat en Margarita bewoont met haar echtgenoot «de hele bovenverdieping van een prachtige villa met een tuin eromheen in een zijstraat van de Arbat».
Hoewel het nu een typische winkelwandelstraat is, was de Arbat ooit de boheemse wijk van de stad, met café's vol filosoferende intellectuelen. De naam Arbat klinkt hetzelfde als het Arabische woord arbad, dat buitenwijk betekent. En dat zou een verklaring voor de naam kunnen zijn, omdat in de 15de eeuw alleen het Kremlin als het centrum van Moskou werd beschouwd en de plaats waar nu Arbat loopt, gebruikt werd door de grote karavanen die uit het oosten kwamen met hun goederen.
Vanaf de 18de eeuw werd Arbat en het netwerk van zijstraatjes de meest aristocratische en literaire buurt van Moskou, en veel intelligentsia gingen er wonen. De beroemde dichter Poesjkin ging met zijn jonge bruid in nummer 53 wonen, en in dat huis heeft ook Tsjaikovski een tijd verbleven.
De communistische omwenteling in 1917 had ook gevolgen voor deze buurt. Ze werd immers bij uitstek bewoond de aristocratische klasse, door de communisten als klassevijanden aangeduid. Hun huizen werden dus op grote schaal genationaliseerd en vervolgens als communale woningen aan arbeiders overgedragen. Kunstenaars werden in de loop der jaren steeds meer gedwongen te werken volgens de door de Communistische Partij opgestelde directieven, die uiteindelijk uitmondden in de doctrine van het sociaal-realisme.
De schrijver Anatoli Naoemovitsj Rybakov (1911-1998) beschreef in zijn boek De kinderen van de Arbat, het eerste deel van een semi-biografiscge trilogie, de lotgevallen van de bewoners van de Arbatbuurt gedurende de repressie van Stalin in de jaren dertig. Kinderen van de Arbat was geschreven en verspreid via samizdat in de jaren ’60, maar het werd pas gepubliceerd in 1987 ondanks het feit dat eerder al publicaties waren aangekondigd in 1966 and 1978. In beide gevallen werd de publicatie op het laatste nippertje afgezegd door de Sovjetregering.
Eén van de bekendste slachtoffers van de rigide cultuurpolitiek in de Arbat was de beroemde constructivistische architect Konstantin Stephanovitsj Melnikov (1890-1974). In 1927 bouwde hij net achter de Arbat de enige privé-woning na de revolutie, een uit twee cilinders bestaande constructie die was bedoeld als prototype voor toekomstige woningbouw in het nieuwe Rusland. Maar Stalin moest er niet veel van hebben en besloot alleen het sociaal-realisme als architectuurstijl toe te laten en ruïneerde daarmee de carrière van Melnikov. Die heeft overigens nog het geluk gehad dat hij tot zijn dood in zijn constructivistische huis mocht blijven wonen zonder opgepakt te worden. Het Melnikovhuis staat op de lijst van het beschermde UNESCO-werelderfgoed, maar het is enorm verkrot en de erven-Melnikov zijn zwaar aan het ruziën over de eigendom van de woning
Andere blijvende schade die de communisten aan het leven in en om de Arbat hebben aangebracht is de aanleg van een nieuwe snelweg dwars door de oude Arbatwijk. Nikita Sergejevitsj Chroesjtsjov (1894-1971) verordende begin 1962 de bouw van de weg, waarbij honderden historische panden zijn vernield door de bulldozers. Al op 7 november van dat jaar kon de jaarlijkse parade ter ere van de viering van de Oktoberrevolutie over de nieuwe Kalininprospekt plaatshebben. Toch duurde het nog tot 1967 voordat deze parallel aan de Arbat lopende weg - vandaar dat de bevolking sprak over de Nieuwe Arbat - af was. Een belangrijk onderdeel ervan vormde een twintigtal enorme flats en een groot aantal nieuwe, ruim opgezette winkels, die het geheel het aanzien moesten geven van een supermoderne westerse straat. Na de val van het communisme werd Kalininprospekt ook officieel omgedoopt tot Nieuwe Arbat.
Begin jaren tachtig werd de Arbat een voetgangerszone, die zich onder invloed van glasnost en perestrojka eind jaren tachtig ontwikkelde tot het centrum van straatmuzikanten, schilders en artiesten. Dit had op zijn beurt grote aantrekkingskracht op zowel de Moskouse jeugd als de toenemende stroom westerse toeristen en de Arbat kreeg al snel de allure die ze ook eind negentiende eeuw en begin twintigste eeuw had, namelijk het creatieve centrum van Moskou. Maar de snelle commercialisering van Moskou heeft ook de Arbat niet onaangetast gelaten. Toch vinden er nog veel straatmuzikanten hun weg en valt er nog regelmatig het beroemde Arbatlied van Boelat Sjalvovitsj Okoedzjava (1924-1997) te horen: «Oh Arbat, mijn Arbat, jij bent mijn bestemming, jij bent mijn geluk en mijn smart».
Metro: Арбатская (Arbatskaya), Смоленская (Smolenskaya)
Deze pagina delen |