George Bengalski

Nederlands > De personages > Personages in Moskou > George Bengalsk

Context

George Bengalski is de ceremoniemeester in het Variété Theater. Hij staat symbool voor de «politieke opvoeders» die in de Sovjetunie actief waren, en waar Michail Boelgakov een hekel aan had.

Bengalski slooft zich uit om aan het publiek uit te leggen dat zwarte magie niet bestaat en dat het enkel om bijgeloof gaat, en hij gaat ervan uit dat Woland en zijn gevolg meesters zijn in goocheltechnieken, wat zal blijken uit «het meest boeiende gedeelte van het optreden», namelijk de ontmaskering van de technieken. Tegenover het publiek verheerlijkt hij ook voortdurend de verwezenlijkingen van het Sovjetregime. Dat werkt zodanig op de heupen van het duivelse gezelschap dat zijn hoofd wordt afgerukt. Dank zij het publiek krijgt hij echter vergiffenis en hij mag, met «zijn kop weer op z’n plaats», van het toneel verdwijnen.


Prototype

Een bekende conférencier in de tijd van Boelgakov was Georgi (Georges) Razdolski, die optrad in de Music Hall in Moskou, het theater dat model stond voor het Variété Theater uit de roman. Aan hem ontleende Boelgakov de voornaam van Bengalski.

In een eerdere versie van De meester en Margarita droeg de uitbundige ceremoniemeester de naam  Osip Grigorjevitsj Blagovest. Er was toen ook een hond die kon spreken. De naam Bengalski zou kunnen ontleend zijn aan een figuur uit de roman Мелкий бес [Melki bes] of De kleine demon uit 1905 van de Russische auteur Fjodor Koezmitsj Teternikov (1863-1927), die schreef onder het pseudoniem Fjodor Koezmitsj Sologoeb. Sologoeb was hieraan beginnen te schrijven in 1897, maar tijdschriften en uitgevers stuurden het manuscript telkens terug omdat het onderwerp «te riskant en vreemd» werd bevonden. Daarin figureert de acteur Bengalski, waarvan het publiek op een gemaskerd bal het masker afrukt.

Waarschijnlijk is de persoonlijkheid van Bengalski echter nog het meest gebaseerd op Vladimir Ivanovitsj Njemirovitsj-Dantsjenko (1858-1943), één van de directeurs van het Moskouse Kunsttheater MKHAT. Boelgakov noemde hem een «oude cynicus». Hij brandde van verlangen om zijn roman te laten zien aan deze «filistijn».

De schoonzus van Boelgakov, Olga Sergejevna Boksjanskaja (1891-1948), die grote delen van De meester en Margarita voor hem uitgetikt heeft, was de secretaresse van Njemirovitsj-Dantsjenko. In een brief aan Elena Sergejevna van 2 juni 1938 drukte Boelgakov zijn bezorgdheid uit over het feit dat de theaterdirecteur zijn schoonzus zodanig met werk overstelpte, dat ze zijn roman niet zou kunnen afwerken.

In zijn sterk autobiografische, maar niet geheel afgewerkte roman Zwarte sneeuw, ook bekend als Theaterroman, had Boelgakov deze Vladimir Ivanovitsj en zijn schoonzus ook al opgevoerd onder de namen Aristarch Platonovitsj en «de briljante typiste» Poliksena Toropetska. De ik-persoon Sergej Leontievitsj Maksoedov laat daarin de tekst van zijn toneelstuk uittikken door Poliksena Toropeska, terwijl haar baas zich «aan de oevers van de Ganges» bevindt. Bengalski betekent de Bengaal, en de Ganges stroomt onder meer door Bengalen, een gebied dat in de tijd van Boelgakov nog één geheel vormde ald de provincie Bengalen van Brits-Indië, maar dat nu verdeeld is over de Indiase staat West-Bengalen en het land Bangladesh.


Onthoofding

De onthoofding van Bengalski kan geïnspireerd zijn geweest door een scène uit Metamorfoses, ook wel aangeduid als De Gouden Ezel, van de hand van de geromaniseerde Berber Lucius Apuleius Madaurensis (123 BC- 80 BC). Metamorfoses is de enige roman uit het Latijn die in zijn geheel is bewaard gebleven. De heks Moreja rukt daarin het hoofd af van één van de personages, Socrates, en zet het nadien weer terug.



Deze pagina delen |