Meer bijbelse personages
Nederlands > De personages > Bijbelse personages > Meer bijbelse personages
Banga
Banga is de trouwe hond van Pilatus. Bij hem kon hij vrijuit zijn hart uitstorten over de migraine die hem martelde. Banga beminde zijn baas als de machtigste op aarde, de gebieder over alle andere mensen, dank zij wie de hond zich ook zelf als een bevoorrecht, hoger en bijzonder wezen beschouwde. Hij wou zijn meester troosten en de narigheid samen met hem trotseren. Hij zou dan ook 2.000 jaar bij hem blijven, en later ook met hem de maanweg opsnellen.
De koosnaam voor Boelgakovs tweede vrouw Ljoebov Jevgenjeva Belozerskaja (1895-1987) was Ljoebanga. Zij was degene die dieren in zijn leven bracht. In 1928 had Boelgakov een tekening gemaakt, opgedragen aan Banga. Het was een karikatuur van hun домовой [domovoj] of huisgeest die ze de troetelnaam Rogasj hadden gegeven, en die wegloopt met een ring van 5 karaat.
Banga en Pilatus inspireerden de rockgroep Pearl Jam tot de song Pilate.
Klik hier om meer over Pilate te lezen en het nummer te beluisteren
Banga inspireerde ook de rocklegende Patti Smith tot de song Banga.
Klik hier om meer over Banga te lezen en het nummer te beluisteren
Bar-Abbas
Bar-Abbas had zich volgens de Pilatus van Boelgakov schuldig gemaakt aan regelrechte oproepen tot oproer, en hij had bovendien een wacht gedood bij zijn aanhouding. Hij was volgens de procurator onvergelijkelijk veel gevaarlijker dan de wartaal uitslaande Jesjoea Ha-Notsri.
Barabbas komt uit het Aramees: Bar-abbâ, en betekent zoon van de vader. Indien hij historisch bestaan heeft was hij mogelijk een lid van de sicarii, een militante joodse vrijheidsbeweging die de Romeinse overheersers met geweld uit Judea wou verdrijven.
In het Mattheusevangelie wordt verteld dat Barabbas' voornaam Jezus was. Mattheus 27:16 - Er zat toen een beruchte gevangene vast, die Jezus Bar-abbas genoemd werd. Dat heeft voor een theorie gezorgd dat het volk eigenlijk wou dat Jezus van Nazareth vrijgelaten werd. God werd in joodse gebeden immers soms aangesproken als Abba, en Bar-abbâ zou daarom Zoon van God betekend hebben. Voorstanders van deze theorie veronderstellen dus dat de joodse menigte voor het paleis van Pilatus om de vrijlating van Jezus, de Zoon van God, zou hebben geroepen. Antisemitische christenen zouden, in die theorie, dan later het verhaal zo hebben herschreven dat de schuld voor de kruisiging van Jezus bij de joden werd gelegd, door hen te laten pleiten voor de vrijlating van een moordenaar.
In hoofdstuk 26, in de nacht na de begrafenis van Jesjoea Ha-Notsri, komt Afranius naar een tapijtenwinkel in de Griekse straat en gaat naar het kleine terras. «Niza!" riep hij gedempt, en een ongesluierde jonge vrouw komt tevoorschijn. «Ben je alleen?», vroeg hij zacht in het Grieks. «Ja», fluisterde de vrouw, «Mijn man is vanmorgen naar Caesarea vertrokken. Maar de dienster is thuis...»
Wanneer Afranius weer weg is - hun ontmoeting duurt slechts 5 minuten, en we komen niet te weten wat er gezegd werd - spoedt ze zich naar de Benedenstad. Daar ontmoet ze een knappe jongeman die net uit het paleis van Josef Kajafas komt. Het is Jehoeda van Karioth. Zij wil hem niet vertellen waar ze naartoe gaat, wat hem teleurstelt: «Maar Niza... We hadden toch afgesproken. Ik wou bij je langs gaan. Je had gezegd dat je de hele avond thuis zou zijn...» «Ga naar de Olijfhof», fluistert Niza, «ik ga vast vooruit». Wanneer Jehoeda op de afgesproken plaats aankomt is het echter niet Niza die op hem wacht, maar twee mannen met een mes en één met een capuchon. De eerste twee vermoorden hem. De derde rijdt terug naar het paleis van Herodes de Grote...
Niza wordt met veel geheimzinnigheid geportretteerd. Is zij misschien een dubbelspion? Wellicht wel. Ze is zeker de minnares van Jehoeda, en misschien ook wel van Afranius? Waarschijnlijk, wie weet? In elk geval was het niet alleen voor het geld dat Jehoeda bereid was om Jesjoea in de val te lokken...
De vrouw van Pilatus
Wat de vrouw van Pilatus betreft: alleen Mattheüs brengt haar ter sprake. De drie andere evangelisten zwijgen over haar. In Mattheus 27:19 staat beschreven dat Pilatus' vrouw haar dienster Miriam naar hem stuurde om hem te vragen Jezus te redden, want ze had erover gedroomd. Mattheus 27:19 - En als hij op den rechterstoel zat, zo heeft zijn huisvrouw tot hem gezonden, zeggende: Heb toch niet te doen met dien Rechtvaardige; want ik heb heden veel geleden in den droom om Zijnentwil.
Maar haar naam wordt niet genoemd. Zoals het zo vaak gaat met verhalen: in de vele eeuwen daarna kwam men nog heel veel over haar te weten. En in de Middeleeuwse verhalen, en zeker in de lekenspelen die daaruit voortvloeiden, krijgt ze een afgetekende rol. Vanaf de 4e eeuw krijgt ze een naam: Claudia Procula. Ze zou na de dood van Pilatus, volgens de christelijke overlevering, een vooraanstaande figuur worden onder degenen die zich inzetten voor de verbreiding van de «blijde boodschap».
Marcus, bijgenaamd Ratteschrik is de indrukwekkende centurio van het eerste honderdmanschap. Een kop groter dan de langste soldaat van het legioen en heel erg breedgeschouderd. Zijn gelaat is danig misvormd omdat zijn neus ooit verbrijzeld was door een Germaanse strijdknots in de slag bij Isdistavizo in het Maagdendal. Wanneer hij een gevangene onder handen neemt zegt die nadien braafjes: «Ik heb je begrepen. Niet slaan». Volgens Jesjoea is hij een goed mens die wreed en hard geworden is omdat andere goede mensen hem hebben verminkt. «Als ik eens met hem zou praten, dan zou hij snel een ander mens worden, daar sta ik voor in», zegt hij.
Op de Schedelberg staat Ratteschrik aan het hoofd van de soldaten die voor de orde zorgen tijdens de terechtstelling. Een echt grote rol wordt hem niet toebedeeld. Maar hij is er steeds wanneer Pilatus hem nodig heeft, één woord doet hem verschijnen. Een gebaar doet hem weer verdwijnen. Hij drukt zich nauwelijks uit, maar kan lang en onvermoeibaar in de zwaarste omstandigheden zijn taak volbrengen.
Boelgakov noemt hem Марк Крысобой, Marc Krisovoj. крыса [krysa] is rat, бой [boj] is gevecht. In de Engelse vertalingen heet hij Muribellum (1967, Glenny) of Ratslayer (1997, Pevear en Volokhonski), in het Nederlands Ratteschrik. Muribellum betekent Muizenvechter. Dat was een Romeinse spotnaam voor bange en laffe soldaten. Ironisch bedoeld dus, want Marcus Ratteschrik was allesbehalve laf.
Deze pagina delen |