De eerste literatoren
Nederlands > Context > Literair > De eerste literatoren
In het begin van de 18de eeuw, onder Peter de Grote (1672-1725), kende Rusland een reeks veranderingen die wetenschappers en kunstenaars aanspoorden om nieuwe wegen te zoeken. De auteurs van die tijd gingen enthousiast op die aansporingen in en zochten naar taalvernieuwingen in de literatuur, die tot dan sterk onder de invloed stond van het Kerkslavisch.
Vasili Kirillovitsj Tredjakovski (1703-1757) wordt in het algemeen beschouwd als de grondlegger van de Russische literatuur. Hij had aan de Sorbonne in Parijs gestudeerd, en begon met Franse en andere klassieke werken te vertalen in het Russisch. In 1735 publiceerde hij Een nieuwe en snelle manier voor het schrijven van Russische gedichten, waarin hij voor het eerst in de Russische literatuur dichterlijke vormen als bijvoorbeeld sonetten bespreekt. In 1748 verscheen Een discussie over orthografie, over de fonetische structuur van de Russische taal. En in 1752, in Over oude, middelbare en nieuwe Russische dichtkunst pleit hij voor een vernieuwing in de Russische dichtkunst.
Een andere invloedrijke figuur uit die tijd was Michail Vasiljevitsj Lomonosov (1711-1765). Hij had gestudeerd aan de Universiteit van Marburg in Duitsland, en blonk uit in verschillende wetenschappelijke domeinen als scheikunde, natuurkunde, astronomie en aardrijkskunde. Hij was ook artistiek zeer bedrijvig als de eerste producent van mozaïeken in gekleurd glas buiten Italië, en als dichter en literatuurwetenschapper. Met zijn gezaghebbende verhandelingen over stijl, grammatica en retoriek legde hij de basis voor de moderne Russische literaire taal. De naam van Lomonosov leeft vandaag nog verder in de officiële benaming van de Moskouse Staatsuniversiteit.
In de tweede helft van de 18de eeuw, onder tsarina Catharina de Grote (1729-1796), had de Russische literatuur te lijden onder zware censuur. Diverse maatschappijkritische toneelschrijvers werden gearresteerd. Aleksandr Radisjtsjev (1749-1802) drukte in 1790 in eigen beheer zijn Reis van Petersburg naar Moskou, waarin hij een somber beeld ophing van het toenmalige Rusland, met onder meer scherpe kritiek op het feodale systeem van lijfeigenen. Hij werd gearresteerd en verbannen naar Siberië, waar hij in 1802 zelfmoord pleegde. Meer dan een eeuw later, in 1918, zou hij tot de eerste martelaar van de Russische Revolutie worden uitgeroepen door de eerste Volkscommissaris voor Onderwijs, Voorlichting en Wetenschappen van de Sovjet-Unie Anatolij Loenatsjarskij (1875-1933).
De dichter Gavrila Romanovitsj Derzjavin (1743-1816) had geen last van de censuur. Hij schreef immers odes die opgedragen werden aan de tsarina en andere hovelingen, en werd zelfs de persoonlijke secretaris van Catharina de Grote in 1791.
Deze pagina delen |