Dmitrij Smirnov - Eeuwige rust

English > Adaptaties > Muziek > Klassieke muziek > Dmitrij Smirnov

Dmitrij Nikolajevitsj Smirnov (°Minsk, 02/11/1948) is een Russisch en, sinds 1991, Brits componist. Hij werd geboren in Minsk (Wit-Rusland) in een familie van operazangers en studeerde van 1967 tot 1972 aan het Muziekconservatorium in Moskou. In 1976 won hij de Eerste Prijs in een muziekwedstrijd in Maastricht (Nederland) voor zijn Solo voor harp.

In 1979 werd hij door de Unie van Sovjet Componisten op de zwarte lijst gezet als één van de Zeven van Chrennikov, een groep van Russische componisten die zonder toelating had deelgenomen aan enkele festivals voor Sovjet-muziek in het Westen. Hij was ook één van de oprichters van de Russische Vereniging voor hedendaagse muziek, die in 1990 in Moskou werd opgericht.

In 1991 verhuisde Smirnov naar Engeland, waar hij componist werd aan het St John’s College van de Universiteit van Cambridge. Sinds 2003 is hij docent aan het Goldsmiths College van de Universiteit van Londen.

In 1972 componeerde hij Вечный приют (Vechnyj prijut) of Eeuwige rust, een muziekstuk voor zang en klaviertrio, dat gebaseerd was op De meester en Margarita. Hij maakte hij er ook een versie voor kamerorkest van, die op 31 januari 1982 in première ging in de Filharmoniehal in Toela (Rusland) met Joerij Nikolajevskij als dirigent. In 2002 reviseerde Smirnov beide versies van zijn werk.

De tekst

Вечный приют

Боги, Боги мои!
Как грустна вечерняя земля!
Как таинственны туманы над
болотами!
Кто блуждал в этих туманах,
Кто много страдал перед
смертью,
Кто летел над этой землёй,
Неся на себе непосильный груз,
Тот это знает.

Боги, Боги мои!
Как грустна вечерняя земля!
Это знает уставший.
И он без сожаления
Покидает туманы земли,
Её болотца и реки,
Он отдаётся с лёгким сердцем
В руки смерти,
[Реqуием аетерна дона еис,
Домине…]1
[Он отдаётся с лёгким сердцем
В руки смерти,]2
Зная, что только она одна
Успокоит его.

Eeuwige rust

Oh goden, mijn goden!
Hoe droef is de avondlijke aarde!
Hoe mysterieus is de mist
over de moerassen!
Wie heeft in deze nevel gezworven;
Wie heeft zo veel geleden
vooraleer te sterven,
Wie vloog over deze aarde,
Een ondraaglijke last torsend,
Hij weet het.

Oh goden, mijn goden!
Hoe droef is de avondlijke aarde!
Hij weet dat het vermoeiend is.
En hij kent geen spijt.
Hij verlaat de aardse mist,
Zijn moerassen en rivieren,
Met licht gemoed wordt hij gegeven
In de handen van de dood.
[Requiem aeterna dona eis,
Domine] 1
[Met licht gemoed wordt hij gegeven
In de handen van de dood.] 2
Wetend dat zij alleen
hem rust geeft.



Deze pagina delen |