De hongersnood van 1932-1933

De verschrikkelijke hongersnood die Oekraine, de noordelijke Kaukasus, en de benedenbedding van de Volgarivier trof in 1932-1933 was het resultaat van Josef Stalins politiek van gedwongen collectiviseringen. De grootste verliezen werden geleden in Oekraine, dat vroeger het meest productieve landbouwgebied van de Sovjetunie was. Voor Stalin was het een obsessie om alle blijken van OekraIens nationalisme de kop in te drukken. De hongersnood ging dus vergezeld van een vernietigende zuivering van de Oekraïense intelligentsia en zelfs van de Oekraïense Communistische parij. De hongersnood brak de wil van de boeren om zich te verzetten tegen de collectiviseringen en liet een politiek, sociaal en psychologisch getraumatiseerd Oekraïne achter.

Het door Stalin in 1929 ingevoerde beleid om de industrialisering te financieren had een desastreus effect op de productiviteit van de landbouw. Desondanks verhoogde Stalin in 1932 de Oekraïense quota voor de levering van graan met 44 %. Dat had voor gevolg dat er onvoldoende graan over was om de boeren te voeden, want de wet vereiste dat de leden van een collectieve boerderij niets van het eigen graan mochten hebben zolang de regeringsquota niet waren berealiseerd. Stalins besluit en de methoden die werden aangewend om het uit te voeren veroordeelden miljoenen boeren tot de hongerdood. De partij, met de hulp van reguliere troepen en de geheime politie, voerde een genadeloze uitputtingsslag met boeren die weigerden hun graa af te geven. Zelfs het onontbeerlijke graanzaad werd met geweld afgenomen van de landbouwersgezinnen. Elke man, vrouw, of kind dat betrapt werd met zelfs maar een handvol graan van een collectieve boerderij kon, en werd ook vaak, geëxecuteerd of gedeporteerd. Wie niet omkwam van de honger werd ervan verdacht graan te hamsteren. De boeren werden door de NKVD verhinderd door naar de steden te trekken door het systeem van interne paspoorten.

De dodentol van de hongersnood in 1932-1933 in de Oekraïne wordt geschat tussen zes en zeven miljoen slachtoffers. Stalins propaganda werkte op volle toeren om de verhalen uit de Oekraïne als leugens van de bourgeoisie te bestempelen, en slaagde er zelfs in om enkele Westerse pleitbezorgers voor zijn kar te spannen zoals de Britse schrijvers Georges Bernard Shaw en Herbert Georges Wells, de Franse schrijvers Henri Barbusse en André Malraux en ook de politicus Édouard Herriot, die drie keer voor korte tijd premier van Frankrijk was geweest.



Deze pagina delen |